Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Competentiewijzer
5
Competentie B: Aansturen
Werkprocessen:
2.1 Biedt het kind/de jongere opvang
(BP 1.3, BP 2.4)
Componenten:
uitoefenen van gezag
Eindgedrag:
Je toont overwicht bij het handhaven van afspraken en regels, zodat je het kind/de jongere en de groep
duidelijkheid geeft welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden mogen worden.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
•
•
ontwikkelingspsychologie
(ontwikkeling van kinderen/jongeren
op cognitief, motorisch, sociaal en
emotioneel gebied)
•
•
(ortho)pedagogische theorieën
•
•
de verschillende doelgroepen
•
•
het werkveld
•
•
verschillende
begeleidingsmethodieken
•
•
gesprekstechnieken
•
•
de regels van feedback
•
•
groepsprocessen/groepsdynamica
•
•
communicatieve processen en je
eigen mogelijkheden daarin
•
•
de methoden van aansturen en
coördineren
•
•
het begrip multiculturele
samenleving
•
•
...............................................
•
•
adequaat sociale vaardigheden toepassen
in verschillende situaties
•
•
verschillende methoden van
werkbegeleiding geven
•
•
instructies geven
•
•
op een goed manier regels overbrengen
•
•
conflicten hanteren
•
•
methodisch werken
•
•
prioriteiten stellen
•
•
observeren en signaleren
•
•
motiveren
•
•
evalueren
•
•
reflecteren
•
•
vakliteratuur bijhouden
•
•
het functioneren van medewerkers
bespreekbaar maken
•
•
overzicht houden
•
•
duidelijke verwachtingen uitspreken
•
•
.......................................................
•
•
geduldig
•
•
respectvol
•
•
consequent
•
•
doelgericht
•
•
een doorzetter
•
•
zelfverzekerd
•
•
motiverend
•
•
weerbaar
•
•
...................