11
BEGELEIDEN VAN (ZORG)LEERLINGEN
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
aangetoond
niet aangetoond
Beoordelingslijst
beroepsprestatie 2.5
Begeleiden van (zorg)leerlingen
(2010-oa-bp2.5)
Naam student:
Opleiding:
Onderwijsassistent
Fase:
Cohortnummer:
Datum:
Je past de werkprocessen en de verworven competenties uit de vorige beroepsprestaties of proeve toe binnen
deze beroepscontext.
Werkproces 2.5 Voert in het PO en SO verzorgende taken uit
C Begeleiden
– anderen ontwikkelen
P
Dit betekent dat:
• je de leerling(en) stimuleert bij het psychosociaal functioneren en
bij persoonlijke verzorging
zodat:
• de leerling(en) op het gebied van de persoonlijke verzorging en
op psychosociaal gebied zich zo zelfstandig mogelijk kan (kunnen)
redden.
D Aandacht en begrip
tonen
– anderen steunen
– bezorgdheid tonen voor
anderen
T
Dit betekent dat:
• je gericht bent op de hulp- en zorgvraag van de leerling(en)
• je herkent wanneer leerlingen hulp nodig hebben, je biedt dan de
nodige ondersteuning
• je daarbij let op het welzijn van de leerling
• je de zelfredzaamheid stimuleert
zodat:
• leerlingen op het gebied van de zorg zich prettig voelen,
zich (verder) ontwikkelen en zo zelfstandig mogelijk kunnen
functioneren.
F Ethisch en integer
handelen
– integer handelen
– verschillen tussen mensen
respecteren
R
Dit betekent dat:
• je de vertrouwelijkheid van leerlingen respecteert
• je discreet omgaat met gevoelige zaken rondom de pedagogisch-
verzorgende en sociaalpedagogische taken
• je de verschillen tussen individuele leerlingen respecteert
zodat:
• leerlingen vertrouwen hebben in de aangeboden pedagogische
zorg en zich met respect behandeld voelen.
