

126
plaatwerker
S
Situatie
• In welke situatie heb je aan de basis-
vaardigheden gewerkt? aangelegd?
• Denk daarbij aan
tijd-plaats-omstandigheden.
• Welke kennis en praktische ervaring
had je aan het begin van de opdracht?
• Zijn er nog speciale gebeurtenissen
voorgevallen tijdens de opdracht?
1 Oriënteren
T
Taak
• Wat was de opdracht precies?
• Wat werd er van jou verwacht?
• Welk eindresultaat moest je leveren?
• Wat waren je bevoegdheden? Hoe ver
mocht je gaan?
2 Plannen
A Actie
• Welke werkzaamheden heb je uitge-
voerd tijdens de
–– Voorbereiding
–– Uitvoering
–– Afronding
• Waren er nog aparte acties nodig?
• Aan welke zaken heb je op school
aandacht besteed
3 Voorbereiden
4 Uitvoeren
R Resultaat
• Wat was het resultaat van je
werkzaamheden?
• Ben je (on)tevreden over het resultaat?
Waarom?
• Wat ging er goed tijdens de
–– Voorbereiding
–– Uitvoering
–– Afronding
5 Controleren
6 Beoordelen
R Reflectie
• Hoe kijk je op deze beroepstaak terug?
• Positief of negatief? Waarom?
• Wat ging er goed? Wat ging minder
goed?
• Zijn er belangrijke leerpunten? Waar
ga je meer aandacht aan besteden?
7 Terugkijken
T
Transfer
• Hoe ga je je opgedane kennis en
vaardigheden toepassen in volgende
taken?
1 Oriënteren