COMPETENTIEWIJZER
13
Competentie J:
Formuleren en rapporteren
Werkprocessen:
2.2 Stemt de werkzaamheden af
(BP 1.5)
Componenten:
correct formuleren, vlot en bondig formuleren
Eindgedrag:
Je gebruikt de juiste woorden en uitdrukkingen.
Je formuleert op een ongecompliceerdemanier.
Kennis.
Je kent
Vaardigheden.
Je kunt
Houding.
Je bent
•
•
de regels van de Nederlandse
taal
•
•
de woorden en uitdrukkingen
die gebruikt worden binnen
de instellingm.b.t. het
maken van een werkplanning
•
•
......................................
•
•
helder en bondig in goed
Nederlands communiceren
•
•
de juiste woorden en
uitdrukkingen hanteren tijdens
overleg/vergadering
•
•
vergadervaardigheden toepassen
•
•
Nederlands - mondelinge
taalvaardigheden en
lesvaardigheden op niveau 1F
toepassen
•
•
...........................................
•
•
geïnteresseerd
•
•
kritisch
•
•
zorgvuldig
•
•
...................