2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT
11
Personeel en organisatie
Werkplaatsmanager
Motorvoertuigentechniek
1
Stuurt werkplaats aan
1.3
Zorgt voor informatie naar en ontwikkeling van werkplaatsmedewerkers
E
Samenwerken en overleggen
I
Presenteren
J
Formuleren en rapporteren
K
Vakdeskundigheid toepassen
1.5
Maakt en/of beoordeelt investerings-, opleidings- en verbetervoorstellen
E
Samenwerken en overleggen
J
Formuleren en rapporteren
K
Vakkundigheid toepassen
M Analyseren
Q
Plannen en organiseren
Y
Bedrijfsmatig handelen
1.6
Voert (mede) functionerings- en beoordelingsgesprekken met
werkplaatsmedewerkers
A
Beslissen en activiteiten initiëren
B
Aansturen
C
Begeleiden
J
Formuleren en rapporteren
1.7
Zorgt (mede) voor werving, selectie en ontslag van werkplaatsmedewerkers
A
Beslissen en activiteiten initiëren
J
Formuleren en rapporteren
T
Instructies en procedures opvolgen
2.3
BEOORDELING
Beoordeling van werkprocessen
Tijdens je examen wordt beoordeeld of je de werkprocessen die bij
de kerntaak horen, competent uitvoert.
Een werkproces omvat werkzaamheden die je competent moet
uitvoeren met een gewenst resultaat. Voor iedere competentie die
bij een werkproces hoort, wordt gekeken naar het resultaat van je
werkzaamheden, naar je gedrag en naar het inzetten van je kennis
en vaardigheden.