CZW20120137 - page 8

GESPECIALISEERD PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 KINDEROPVANG - PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 JEUGDZORG - Fase 2
6
Bij de keuze van activiteiten wordt ingespeeld op de tijd van het jaar. Nadine heeft het
thema herfst uitgewerkt. Ze gebruikt muziek en creatieve vaardigheden om activiteiten aan
te bieden die bij de ontwikkelingsfase van de kinderen aansluiten. Ze zingt ook liedjes over
de herfst want taalontwikkeling is een belangrijk aandachtspunt binnen het dagverblijf.
Ze stimuleert de kinderen om mee te doen en geeft complimentjes als ze hun best doen.
Joey loopt steeds weg van het groepje en wil niet meedoen. Nadine begrijpt dat hij een
beetje van streek is, want hij is vanmorgen naar de dokter geweest. Ze neemt hem even op
schoot en geeft hem lego duplo om te spelen.
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Als pedagogisch medewerker zul je dagelijks bezig zijn met het bedenken en uitvoeren van
activiteiten. Je kiest heel bewust bezigheden op het gebied van muziek, spel en beeldend vormen
die aansluiten bij de ontwikkeling, interesses en het dagritme van de kinderen/jongeren.
Voor de uitvoering van activiteiten maak je een dagplanning en een week- of jaarplanning. Het
activiteitenprogramma moet aansluiten bij het (pedagogisch) beleidsplan van de organisatie en
de mogelijkheden die de organisatie en de groep van het kind/de jongere hebben. Het vraagt dus
een goede voorbereiding.
Tijdens de uitvoering begeleid en stimuleer je de kinderen/jongeren van je groep. Het uitvoeren
van activiteiten biedt bovendien een goede mogelijkheid om zicht te krijgen op de voortgang in
de ontwikkeling van het individuele kind/jongere. Een observerende, signalerende houding van
jou hierbij is dus belangrijk.
Bij sommige activiteiten kunnen ook ouders betrokken worden. Belangrijk hierbij is dat je ouders
actief benadert en enthousiast maakt om mee te helpen met het uitvoeren van de activiteit. Zo
nodig geef je ouders advies hoe ze thuis, samen met hun kind, activiteiten kunnen uitvoeren.
In de jeugdzorg moet je goed zicht hebben op de groepsprocessen en vooral bewust en alert
handelen. Het is jouw taak om te voorkomen dat tijdens de activiteit de situatie escaleert.
Joris werkt in een orthopedagogisch behandelcentrum in een groep jongeren van 12 tot
16 jaar. Elke dag is er wel iemand die naar een sportclub of andere activiteit gaat. Voor
de anderen is er altijd een activiteit in de groep. Samen met de jongeren heeft hij een
programma gemaakt voor de komende drie maanden.
Ze hebben rekening gehouden met het budget dat hiervoor beschikbaar is. Gisteren heeft
Joris met twee meisjes taart gebakken voor de verjaardag van hun moeder. Op de planning
staat ook een sinterklaasmiddag waarbij ouders en broers en zusjes welkom zijn.
Volgens afspraak vergaderen ze vanavond over de invulling van die middag. Iedereen komt
met ideeën, maar als het onderwerp ‘bezoek’ aan de orde komt, schopt een van de jongens
zijn stoel omver en zegt: “Die klote Sinterklaas kan de pot op.” Joris praat met hem op zijn
kamer en dan blijkt dat hij bang is dat er voor hem niemand komt.
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13,14,15,16,17,18,...22
Powered by FlippingBook