VERPLEEGKUNDIGE - FasE 2
8
De opdracht
A. De totale opdracht
De totale beroepsprestatie voer je uit in de beroepspraktijk. Je begeleidt in de BPV zorgvragers
bij het sociaal enmaatschappelijk functioneren. Je stimuleert hen om zo veel mogelijk zelf
sociaal actief te zijn. Je adviseert mantelzorgers en naasten om de draagkracht op sociaal gebied
te versterken. Ook begeleid je een groep zorgvragers
*
in een zorginstelling of een kleinschalige
woonzorgvoorziening. In deze periode worden je competenties op dit gebied beoordeeldmet
behulp van de beoordelingslijst in deze beroepsprestatie. Maak hiervoor afsprakenmet je
beoordelaars.
Je werkt daarnaast aan de onderstaande specifieke opdrachten.
B. De sociale netwerkkaart en een plan van aanpak
Je begeleidt twee zorgvragers gedurende vijf dagen bij het behouden of vergroten van het
sociale functioneren. Hierbij stimuleer je de zorgvrager om zoveel mogelijk zelf contacten
te leggen en te onderhouden in de directe omgeving. Je kiest zorgvragers met verschillende
stoornissen, beperkingen en bij voorkeur in verschillende levensfasen.
• Beschrijf de aandoening, de gevolgen en de betekenis van de aandoening voor het
sociale functioneren van beide zorgvragers.
• Maak een sociale netwerkkaart van iedere zorgvrager.
• Maak een plan van aanpak voor de begeleiding van beide zorgvragers bij het behouden of
vergroten van het sociale functioneren.
• Leg het plan voor aan de betreffende zorgvragers en indien dit niet (goed) mogelijk is
aan diens wettelijke vertegenwoordiger, mantelzorger of naaste en het team.
• Vraag instemming enmedewerking voor je plan.
• Voer het plan uit.
• Controleer tijdens en na de uitvoering van het plan of je voldoet aan de verwachtingen
van de zorgvrager. Je legt de uitkomsten schriftelijk vast en laat een collega deze
voorzien van feedback.
• Evalueer de uitvoering van het plan waarbij je ingaat op het effect van de uitvoering van
het plan.
*
Dit geldt voor de kraamzorg.