4
INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK
In de schappen van de supermarkt staan allemaal potten
die gevuld zijn met allerlei producten zoals mayonaise,
augurken, soepen enzovoort. Duizenden van deze
potten gaan er dagelijks over de toonbank. Maar
voordat ze over de toonbank gaan, moeten ze wel
allemaal eerst gevuld worden met het gewenste
product. Omdat het om duizenden van deze potten gaat,
kan het vullen niet meer met de hand gebeuren. Dit gaat
geheel automatisch, het is lopende-band-werk
geworden.
Het automatisch vullen van deze potten geeft soms
problemen. Een van deze problemen is dat er af en toe
een pot op zijn kop naar de vulmachine gaat.
En een pot die op zijn kop staat, kan onmogelijk worden
gevuld door de vulmachine.
Komt er zo’n pot aan, dan moet deze uitgestoten
worden. In de praktijk zie je dat er daarna nog een
tweede controle is die in het uiterste geval de
vulmachine stopt.
Ook is het belangrijk om te weten of dit probleem zich
in de toekomst meer of minder gaat voordoen. Je moet
dus tellen hoeveel potten er dagelijks verkeerd de
vulmachine in willen gaan en of dit probleem toeneemt
of afneemt.
In deze projecttaak
In deze taak moet je dit probleem oplossen. Wanneer er
een verkeerde pot naar de vulmachine gaat, moet jij
ervoor zorgen dat deze pot wordt uitgestoten en dat de
vulmachine stopt.
Om dit probleem op te lossen maak je gebruik van een
PLC-computer (PLC staat voor: Programmable Logic
Controller).
Je hebt naast een PLC ook een PC nodig om alles uit te
lezen en om een programma te schrijven. Op je PC-
beeldscherm kun je met een aantal tellers het aantal
verkeerde en goede potten bijhouden.