5
REGIE VOEREN IN HET VERPLEEGHUIS, VERZORGINGSHUIS OF DE THUISZORG
Werkprocessen met de competenties van deze
beroepsprestatie
Nummer en titel van het werkproces
Competenties bij het werkproces
1.7
Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties
E
Samenwerken en overleggen
T
Instructies en procedures opvolgen
V
Met druk en tegenslag omgaan
1.8
Coördineert de zorgverlening
B
Aansturen
E
Samenwerken en overleggen
Q
Plannen en organiseren
1.9
Evalueert de zorgverlening
D
Aandacht en begrip tonen
J
Formuleren en rapporteren
M
Analyseren
2.3
Geeft werkbegeleiding
C
Begeleiden
Typering
Cliënten in het verpleeghuis, verzorgingshuis of de thuiszorg komen gedurende de dag
in aanraking met verschillende zorgverleners, die ieder vanuit hun eigen discipline zorg
verlenen. Het is daarom belangrijk dat iemand met expertise en overzicht in de zorg, hen
vertegenwoordigt bij andere disciplines en zorgt voor afstemming. In de VVT heeft men daarom
een eerstverantwoordelijke van zorg aangesteld die het zorgleefplan beheert en de eerste
aanspreekpersoon is voor cliënt, mantelzorger, naasten, collega’s en betrokken disciplines.
Iedere werkdag worden er in de zorg veel zaken geregeld. Denk hierbij aan de onderlinge
werkverdeling, het consulteren van de arts of geriater, het overleg met de cliënt, naasten en het
verwerken van de afspraken die hieruit voortkomen. Als verpleegkundige ben je de spin in het
web van deze coördinatie. Je bent verantwoordelijk voor de coördinatie en de continuïteit van de
zorg en beschikt over een helikopterview. Je hebt overzicht, bewaakt de werkzaamheden en kijkt
of deze volgens planning verlopen. Je weet van je collega’s hoe ze werken en waar ze mee bezig
zijn. Goede kwaliteit van zorg verlenen staat of valt met een goede coördinatie.
Met de regelmaat van de klok komen studenten, nieuwe collega’s of invalkrachten in de BPV.
Dat betekent dat je als verpleegkundige ook de taak hebt om studenten te begeleiden en
nieuwe collega’s in te werken. Om dit goed te kunnen doen, ben je niet alleen deskundig op je
vakgebied. Je ontwikkelt ook een visie op de begeleiding van collega’s en invalkrachten en je
verdiept je in de eisen en verwachtingen van de opleiding die een student volgt. Door je kennis
van en inzicht in leerstijlen, begeleidings- en beoordelingsmethodieken stem je jouw manier van
begeleiden af op de leerstijl van de student.