- 7 -
In de projectwijzer wordt de student opgedragen alle bewijzen van zijn activiteiten te verzamelen in
het eigen projectdossier, ter begeleiding van het proces worden wel steeds kopieën naar u
gestuurd. Dit ontslaat de begeleider van de plicht alle bewijzen te verzamelen. De periode wordt
dan net als bij de andere projectwijzers afgesloten met een functioneringsgesprek waarvoor het
dossier en een reflectieverslag de input is.
PROJECTMANAGEMENT / BEDRIJFSKUNDE
De 1e BPV-periode had vooral een oriënterend karakter.
Deze 2
e
BPV is vooral ter bevestiging van de keuze die de student op dit moment in de opleiding
maakt.
De student gaat op zoek naar zaken die nuttig zijn voor zijn verdere persoonlijke ontwikkeling.
Projectmatig werken
Ook bij deze tweede BPV is het de bedoeling dat het project ‘projectmatig’ wordt doorlopen. In het
voortraject heeft de student al de nodige theoretische, projectmatige kennis en vaardigheden
opgedaan.
Iedere student verzamelt per fase zijn informatie en ingeleverde producten in een projectdossier.
Dit dossier wordt ingezet als evaluatie-instrument bij het functionerings- of voortgangsgesprek
m.b.t.:
- inschatting van de student van zijn competentieniveau aan het begin van de stage
- de afspraken (de vooraf gestelde doelen)
- de taakvervulling tijdens de stage (in relatie tot de beoogde competentieverwerving van
deze BPV-periode)
Gedurende het vervolg van de opleiding zal de student deze vaardigheden dusdanig moeten
ontwikkelen dat de bijbehorende competenties op een voldoende niveau worden beheerst.
Projectopdracht ‘Practising the Job’
Gedurende deze BPV krijgt de student de opdracht om leerervaringen vast te leggen.
Het gaat daarbij in grote lijnen om:
het bedrijf
de organisatie en zijn plaats daarin
zijn werkzaamheden
projectmatig werken
productie (indien van toepassing)
onderwerpen die zijn eigen ontwikkelingsplan passen
zijn eigen resultaat van ontwikkeling
In bijlage 11 staat een handreiking voor de studenten.
In de BPV-projecten is de ontwerpfase weggelaten omdat deze geen functie heeft. Het is de
bedoeling dat de studenten begrijpen dat de projectmatige aanpak niet altijd in 7 fasen hoeft te
zijn, maar functioneel dient te worden ingevuld.
Bronnen: Bijlage 1 en 11
