39
Moeilijkheids-
graad
(complexiteit)
Welke begeleiding
krijg je?
In welke situatie
moet je de opdracht
uitvoeren?
Moment van
uitvoering
A
(Be)geleid
Je krijgt zoveel mogelijk
leiding tijdens het uitvoe-
ren van de opdracht.
Eenvoudig
Je voert een aangepaste
taak uit in een overzichte-
lijke situatie.
1e half jaar
B
Begeleid
Je krijgt begeleiding
tijdens het uitvoeren
van de opdracht.
Je begeleider is in de
buurt.
Eenvoudig
Je voert een aangepaste
taak uit in een overzichte-
lijke werksituatie.
2e half jaar
C
Deels zelfstandig
Voor een deel voer je
zelfstandig de taak uit.
Je kunt bij problemen je
begeleider raadplegen.
Standaard
De taak bestaat uit
verschillende werkzaam-
heden die je in een
normale werksituatie
uitvoert.
Als beginnend
beroepsbeoefenaar
D
Zelfstandig
Je voert de taak zelf-
standig uit. Vaak krijg
je pas aan het einde
ervan de controle van je
begeleider.
Complex
De werksituatie is niet
meer zo overzichtelijk. Je
begeleider is niet altijd bij
jou in de buurt. Je zult
zelfstandig naar oplos-
singen moeten zoeken