KOMPAS
35
6.2 Het maken van een POP / PAP
Het persoonlijk opleidingsplan, het POP, en het persoonlijk activiteitenplan, het PAP,
geven sturing aan je leerproces.
Het POP kan betrekking hebben op persoonlijke leervragen en beroepsinhoudelijke
leervragen.
Het PAP is afgeleid van het POP en kan betrekking hebben op persoonsgerichte
leeractiviteiten en op vakinhoudelijke leeractiviteiten.
In je POP/PAP schrijf je op wat jij wilt leren tijdens de beroepsprestatie/proeve.
Wanneer je een opdracht combineert met taal, rekenen of loopbaan en burgerschap
neem je dit ook op in je POP/PAP.
In je POP schrijf je jouw leerdoelen op.
Wat zijn leerdoelen?
• dingen die je wilt weten, maar nog niet weet (kennis)
• dingen die je wilt doen, maar nog niet kunt (vaardigheden)
• de manier waarop je met mensen omgaat en om wilt gaan (houding)
Formuleer een leerdoel concreet. Bijvoorbeeld volgens SMART. Dat wil zeggen:
S
pecifiek
M
eetbaar
A
cceptabel
R
ealistisch
T
ijdsgebonden
Voorbeeld van een SMART-leerdoel:
Ik wil over een maand rustig voor de lesgroep staan tijdens een presentatie. Dat zie je
aan mijn ontspannen houding, de rustige toon van mijn stem en de manier van reageren
van de lesgroep doordat ze geïnteresseerd zijn en vragen stellen.
Bij de eerste stap in de Wegwijzer, het ‘oriënteren’ bekijk je wat je moet doen, met
welke resultaten en waar je op beoordeeld wordt.
In je POP schrijf je:
• wat jouw leerdoelen of leervragen zijn bij de opdrachten in de beroepsprestatie of
proeve, maak daarbij onderscheid in kennis, vaardigheden en houding
• bij welk werkproces en bijbehorende competentie(s) deze leerdoelen horen
• je motivatie om aan deze competenties te werken
Bespreek je POP met je begeleider.