![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0131.png)
D-pupillen
|
129
Vormen die hij zich herinnert uit de tijd dat hij een cursus volgde voor
recreatie-sportleider.
Op een maandagavond als deze komen nogal wat van die vormen
neer op sprinten, duelleren en schieten. Conditie en schotkracht zijn nu
eenmaal wat je nodig hebt om te overleven, vindt hij. Bovendien zijn dit
vormen die je met elk aantal spelers kunt uitvoeren. Paul ziet op zijn
horloge dat het de hoogste tijd is om te starten. Het blijft bij negen spelers
vanavond. Mooi – twee ploegjes van vier plus één keeper – want bij alle
oefenvormen moet worden afgerond op doel vanavond.
‘Ik doe toch met jullie mee!’
Een jongen in Barcelonashirt gooit zijn fiets tegen het hek en holt het
veld op. Jomme. Toch tien man. Moet kunnen, vindt Paul.
Voetbalecht trainen
Trainen is het vereenvoudigen van voetballen, afgestemd op de mogelijk
heden van in dit geval D-pupillen. In oefenvormen en partijvormen die zijn
afgeleid van een echte wedstrijd help je ze spelsituaties in aanvallen en
verdedigen op te lossen. Je leert ze zo het spel beter te beheersen. In een
training kun je dingen doen die in een wedstrijd niet kunnen. Je kunt
spelsituaties vereenvoudigen door minder tegenstanders en medespelers of
door de ruimte en regels aan te passen. Je kunt het spel stilzetten, een
vraag stellen, dingen voordoen, een tip geven en de oefening makkelijker of
juist moeilijker maken.
Tekortkomingen die je tijdens de zaterdagwedstrijd opvielen, geef je nu
extra aandacht door vereenvoudigingen van het spel en door het geven van
aanwijzingen. Hoe eenvoudiger de oefening, hoe overzichtelijker de situatie
voor de speler en hoe meer herhalingen hij daarvan ervaart, hoe meer hij
ervan leert.
Maar pas op. Niet elke versimpelde voetbalvorm is een goede oefenvorm.
Voetballen leren D-pupillen door te voetballen. Een potje straatvoetbal
verdient de voorkeur boven eindeloos de bal hoog houden. Kinderen leren
voetbalvaardigheden niet ‘geïsoleerd’ aan, maar ‘ingebed’ in het voetballen
zelf. Door zelf ‘echt’ doelpunten te kunnen maken, en zelf ‘echt’ doel
punten te moeten voorkomen. Niet in je eentje met bal, maar bijvoorbeeld
2 tegen 1 met een keeper. Oefenvormen moeten altijd ‘voetbalecht’ zijn.