![Show Menu](styles/mobile-menu.png)
![Page Background](./../common/page-substrates/page0027.png)
D-pupillen
|
25
AFC TABA heeft geen prijzenkast. Er wordt hier heus wel eens een beker
gewonnen, maar die wordt vervolgens snel opgeborgen. Zoals alles hier
wat maar een beetje waarde vertegenwoordigt. Inbrekers hebben vrij spel
rond dit beschut gelegen clubhuis.
Een prikbord met uitslagen en ranglijsten ontbreekt ook. Is presteren
meer iets van volwassenen en plezier meer iets van kinderen? Bij TABA
is het van oudsher een beetje andersom. Het clubblaadje staat bol van
de poëtische beschouwingen. Sommige seniorenteams scheppen er een
genoegen in als laatste te eindigen. Maar geen vereniging in Amsterdam
waar ouders zo makkelijk te porren zijn voor vrijwilligerswerk. Ze vlaggen,
vervoeren, schrijven wedstrijdverslagen en bemannen met plezier de bar
of de ‘wedstrijdkamer’. Een pretentieuze ‘bestuurskamer’ kent TABA niet.
Alle vaste krachten – van bestuurder tot materiaalman – worden op de
website relativerend aangeduid als ‘bobo’s’.
De ontspannen sfeer in deze club is onbetaalbaar, zo beseffen ze.
Sportief steeg TABA nooit tot grote hoogten, maar in al die jaren zakten
ze ook nooit ver weg. En de jeugdafdeling stijgt explosief.
‘Bij ons’, zo zeggen ze bij TABA, ‘is sportiviteit, je prettig voelen in een
team en de tijd krijgen om je te ontwikkelen minstens zo belangrijk als
het winnen van een wedstrijd.’ Elke club beweert dat, maar deze club
maakt die belofte al jarenlang waar. Toch waait de wind de laatste tijd de
andere kant op. De lol in de jeugdteams hangt te veel af van individuen,
zo vindt het jeugdbestuur. Van personen als Paul, die toevallig goed zijn
met kinderen. Het bestuur kondigde een meer prestatiegericht beleid aan,
een bewuster selecteren en doorselecteren van kinderen. Vriendenteams,
zoals de D4 van Paul, worden niet langer ongemoeid gelaten. Voortaan
worden de spelers ingedeeld op niveau. De KNVB is daar ook voorstander
van. Spelers van hetzelfde niveau die samen trainen en spelen ontwikkelen
zich beter.
Paul zelf is er niet voor. Een mogelijke vriendschap voor het leven, daar
blijf je als volwassene vanaf. Laat die kinderen. Maar wat als hij moet kiezen
tussen winnen of winst boéken met spelers? Daarin is hij pragmatisch.