E-pupillen
|
13
Tienduizenden trainer-coaches en begeleiders zijn, net als Richard, elke zaterdag-
ochtend op weg naar hun spelers. Gedreven zijn ze, stuk voor stuk. Sommige zijn
in het bezit van het certificaat pupillentrainer. Ooit knikten ze, in een opwelling, toen
iemand ze vroeg het team van hun kind te begeleiden.
Ze doen het nu voor de lol, en staan niet al te lang stil bij de grote invloed die ze
hebben op kinderen in hun voetbalbeleving. Toch wordt de plaats die sport in het
leven van een kind krijgt voor een belangrijk deel door deze vrijwilligers bepaald.
Zeven op de tien voetballers in de juniorenleeftijd stopt met voetbal. Puberteit,
verkering, andere hobby’s – of omdat het plezier in voetbal hun is vergaan?
Elke dag op het veld leren E-pupillen dingen die horen bij een volwassen, sportieve hou-
ding. Maar ze zijn nog geen volwassene. Een volwassene is iemand die zelfstandig taken
vervult en daarvoor verantwoordelijkheid neemt. Een volwassen voetballer relativeert winst
en verlies, accepteert leiding, kan omgaan met regels, medespelers en tegenstanders.
Op weg naar die staat ontwikkelt ieder kind zich op zijn eigen snelheid.
Wil je E-pupillen voetbalvaardigheden, spelregels en sociaal gedrag aanleren, dan
kun je het beste kijken naar wat ze al kunnen. De grote uitdaging hierbij is, in de ogen
van de KNVB, dat je jonge spelers zelf dingen laat ervaren, zelf dingen laat ontdekken.
Als volwassene heb je – bewust of onbewust – een doel voor ogen. Aan het eind van
de rit zie je een volwassen elftal kwalitatief goede voetballers voor je. Samen vormen
ze een winnend team omdat ze ieder hun taak vervullen, elkaars kwaliteiten aanvul-
len, elkaars zwakke punten compenseren, doelgericht met elkaar communiceren en
zich gezamenlijk instellen op de kwaliteiten van de tegenpartij.
Maar het gaat niet om wat een E-pupil moet worden. Het gaat om het hier en nu.
Om zijn handelen op het veld. Zijn natuurlijke drang tot bewegen en presteren. Niet
gisteren, niet morgen – vandaag. Doelpunten maken en voorkomen, dat is wat een
E-pupil boven alles wil. Hij wil de bal afpakken, de bal in bezit houden, dribbelen en
schieten op doel. En hij ziet soms ook al in dat samenwerking met medespelers de
kans op scoren en winnen vergroot. Als leider volg je hem hierin en vertelt hem niet
voortdurend wat te doen.
Kinderen leren voetballen door te voetballen, vindt de KNVB. Net als vroeger op
straat. Tijdens gereguleerde wedstrijden op zaterdag spelen E-pupillen nu 7 tegen 7.
Maar partijtjes van 4 tegen 4 zijn ideaal. Die vorm past, net als kleinere doelen en
vereenvoudigde regels, het beste in het wereldbeeld van kinderen. Zo kunnen ze het
spel goed overzien, komen ze veel aan de bal en bevinden ze zich voortdurend in
situaties waarin ze spelproblemen moeten oplossen.
Zo leren ze het beste hoe ze het doel van voetbal kunnen realiseren. Het doel,
dat kinderen én volwassenen zo graag nastreven. Meer doelpunten maken dan de
tegenpartij. Winnen. Toch moet jij als coach iets anders nastreven. Winst bóeken.
Spelers beter maken.




