Daar waar de zij-vorm staat, wordt ook de hij-vorm bedoeld of omgekeerd.
Waar cliënt staat, kan ook worden gelezen: patiënt, zorgvrager, gehandicapte, kind, oudere.
Inhoud
Inleiding ..................................................................... 4
Instructie .................................................................... 5
Beroepsprestatie 1 ........................................................ 6
Werkprocessen met de bijbehorende competenties ............. 7
Typering . .................................................................... 7
Opdrachten voor je stage ............................................... 8
Het resultaat . ............................................................ 13
Beoordelingslijst ........................................................ 15
De Wegwijzer ............................................................. 18