Background Image
Table of Contents Table of Contents
Previous Page  43 / 78 Next Page
Basic version Information
Show Menu
Previous Page 43 / 78 Next Page
Page Background

43

Leerlijn Nederlands met lesstofsuggesties

Opmerking:

Per projecttaak staat één onderdeel van het stappenplan

communicatie centraal ter beoordeling. Het is wel raadzaam om

vanaf het begin van de opleiding systematisch aan de overige

onderdelen aandacht te besteden.

1

e

Projecttaak

2

e

Projecttaak

3

e

Projecttaak

4

e

Projecttaak

5

e

Projecttaak

6

e

Projecttaak

Uitleg Schema

a. Doel & Thema

Lesstofsugges-

ties:

Luisteren

Doel en thema bij:

Luisteroefeningen

Instructies

Lezen

Doel en thema van

teksten bepalen.

Tekstdoelen.

Vakteksten en alge-

mene teksten.

Spreken

Doel en thema bij:

Uitleg geven

Presenteren

Gesprekken voe-

ren

Doel en thema for-

muleren bij:

Groepsoverleg

Werkoverleg

Discussies

Schrijven

Doel en thema bij:

Verslag

Correspondentie

Memo’s en e-mail

Notuleren: doel en

thema bij overleg for-

muleren

b. Zender-Ontvan-

ger

Lesstofsugges-

ties:

Luisteren

Luisteroefeningen

Actief luisteren

Verbale en non-ver-

bale signalen

Actieve en passieve

woordenschat bij

vakteksten en alge-

mene teksten

Lezen

Informatie beoorde-

len van teksten; voor

wie is de tekst be-

stemd?

Actieve en passieve

woordenschat van

vakteksten en alge-

mene teksten

Spreken

Verbale en non-ver-

bale signalen

Actieve en passieve

woordenschat bij

vakteksten en alge-

mene teksten

Afstemming van de

boodschap op het pu-

bliek

Gesprekken voe-

ren

Verbale en non-ver-

bale signalen

Afstemming van de

boodschap op de toe-

hoorders

Schrijven

Rekening houdenmet

je lezer

c. Consequenties

Lesstofsugges-

ties:

Luisteren

Informatiedichtheid

Actieve en passieve

woordenschat bij

vakteksten en alge-

mene teksten

Sluit de tekst aan bij

de luisteraar?

Is het goede register

gebruikt?

Lezen

Is het goede register

gebruikt?

Aansluiten bij de le-

zer

Spreken

Actieve en passieve

woordenschat

Vaktermen

Algemene termen

Juist gebruik van re-

gister

Aansluiten bij de luis-

teraar

Gesprekken voe-

ren

Actieve en passieve

woordenschat

Vaktermen

Algemene termen

Juist gebruik van re-

gister

Aansluiten bij de

deelnemers

Schrijven

Actieve en passieve

woordenschat

Vaktermen

Algemene termen

Juist gebruik van re-

gister

Aansluiten bij de le-

zer

d. Medium

Lesstofsugges-

ties:

Luisteren

Luisteren op diverse

manieren:

Naar uitleg en in-

structie.

Audiovisuele media.

Voor- en nadelen van

diverse media kun-

nen aangeven.

Lezen

Oefenen met diverse

vormen:

Projecttaken

Lesboeken

Handboeken, ma-

nuals; voorschriften

Vaktijdschriften

Reclame- en promo-

tiemateriaal

Voor- en nadelen

kunnen aangeven

Spreken

Presenteren

Presenteren met au-

diovisuele media

Regels voor presenta-

tie kennen

Gesprekken voe-

ren

Regels voor gesprek-

ken kennen:

Vergadering

Werkoverleg

Discussie

Feedback geven en

ontvangen

Schrijven

Regels voor schrifte-

lijke communicatie-

producten kennen:

Verslag, brief, me-

mo, e-mail

e. Opbouw

Lesstofsugges-

ties:

Luisteren

Opbouw en structuur

in een mondelinge of

audiovisuele bood-

schap kunnen weer-

geven.

Lezen

Opbouw van een te

lezen tekst kunnen

weergeven:

Bouwplan

Signaal- en verwijs-

woorden kunnen her-

kennen

Alinea’s en kernzin-

nen herkennen

Spreken

Vooraf de structuur

van een mondelinge

boodschap kunnen

bepalen.

Een schema van de

mondelinge bood-

schap kunnen ma-

ken.

Gesprekken voe-

ren

Doelstelling van het

gesprek kunnen be-

palen en vasthouden.

Schrijven

Signaal- en verwijs-

woorden kunnen her-

kennen en toepassen.

Alinea’s en kernzin-

nen toepassen.

Eenvoudige corres-

pondentie

Verslaggeving

f. Ruis

Lesstofsugges-

ties:

Luisteren

Storende factoren

herkennen en voor-

komen.

Lezen

Eenvoudige stijlbe-

grippen kunnen toe-

passen.

Juiste zinsbouw

Indeling en lay-out

Spreken

Storende factoren tij-

dens spreken en pre-

senteren voorkomen.

Bij presentaties de

hulpmiddelen correct

toepassen.

Gesprekken voe-

ren

Storende factoren tij-

dens gesprekken on-

derkennen en er

correct mee omgaan.

Schrijven

Optimale tekstver-

zorging

Correcte spelling toe-

passen

Controle van gege-

vens