CZW20120197 - page 8

MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG - Fase 3
6
Meneer De Krom heeft vroeger in de tuinbouw gewerkt, maar durft niet goed te zeggen dat
hij het heel leuk vindt.
Je collega vraagt aanmeneer De Krom hoe we het bestemet deze bloemen om kunnen
gaan. Hij geeft zeer uitgebreid antwoord. Mevrouw De Jong heeft wat hulp nodig bij het
insteken van de bloemen. Jij laat haar de bloem vasthouden en jij beweegt haar hand
zodat het voor haar wat makkelijker wordt. Ze is trots op het groeiende resultaat. Af en
toe hebben jij en je collega oogcontact, je hoeft niet zoveel te zeggen om elkaar toch te
begrijpen. Mevrouw Claessen pakt ineens een paar bloemen vast. Jij vraagt of ze ook wat
materiaal wil hebben ommee te doen, dat wil ze…
Je ziet plotseling dat mevrouw Van Dessel mevrouw De Jong op dezelfdemanier aan het
helpen is zoals jij het deed. Na een uurtje intensief te hebben gewerkt zegt meneer Jansen:
“Ik heb wel zin in koffie.” Je collega vraagt of hij in wil schenken. Dat wil hij graag. Hij
serveert er nog een koekje bij en jij zegt dat hij een goede gastheer is. Tijdens de koffie
wordt er druk gekletst en na afloop van de activiteit is iedereen tevreden en trots op het
resultaat. In het, naar bloemen ruikende, grand café praten jij en je collega nog even na
over de bewoners en deze geslaagde activiteit.
Gwen is leerling bij een activiteitencentrum voor mensenmet eenmeervoudige beperking
‘Bubbels’. Demeesten functioneren sociaal emotioneel en cognitief op babyniveau. Gwen
vraagt zich af of zij met haar cliënten ontwikkelingsgerichte activiteiten kan doen. Haar
opleider geeft aan dat ze het mag uitproberen. Gwen heeft in de theorie gelezen dat
mensen die op een laag cognitief niveau functioneren dit compenseren door op andere
gebieden uit te blinken. Bepaalde zintuigen zijn dan juist goed te ontwikkelen. Om die
reden komt zij op het idee om een aantal kort sensopathische activiteiten te doen. Gericht
op voelen, smaak en geur. Samenmet een andere stagiaire stelt zij een aantal ‘koffers’
samen waarin spullen zitten die de zintuigen prikkelen. Deze koffers zien er aantrekkelijk en
versierd uit, maar hebben neutrale kleuren. Zij bieden de cliënten de spullen uit de koffers
aan; cliëntenmogen ruiken, voelen en proeven. Aan lichaamstaal, gezichtsuitdrukking en
geluidenmerken de beide stagiaires dat hun activiteit geslaagd is. De opleider van Gwen
gaf later wel aan dat ze grote en zachte spullenmoeten gebruiken. Met harde dingen
kunnen cliënten niets en te kleinematerialen worden snel in demond gestopt met alle
gevaren van dien. Deze feedback neemt Gwenmee om de koffers nog beter samen te
stellen.
1,2,3,4,5,6,7 9,10,11,12,13,14,15,16,17,...18
Powered by FlippingBook