KOMPAS
39
Uitwerking van de leerprestatie ‘Hoe leer ik?’ volgens de Wegwijzer
Lees de typering, de opdracht en het resultaat. Weet je waar het over gaat? Vertel dit in
eigen woorden. Zoek de woorden van de opdracht op die je niet begrijpt.
Geef antwoord op de volgende vragen.
Wat is een werkproces?
Wat is een competentie?
Wat is een prestatie-indicator?
Wat is een leerstijl?
Hoe kun je een leerstijltest maken?
Wat zijn leeropvattingen?
Wat zijn leervaardigheden?
Wat wordt er bedoeld met leergeschiedenis?
Wat betekent motivatie?
Wat betekent zelfvertrouwen?
Welke kennis heb je nodig om de opdrachten te maken?
Welke vaardigheden heb je nodig om de opdrachten te maken?
Welke houding heb je nodig om de opdrachten te maken?
Aan welke leerdoelen ga je werken?
Welke twee opdrachten wil je gaan doen?
Is het mogelijk om de opdrachten te doen? Overleg dit met je begeleider. Wanneer
de opdrachten niet gedaan kunnen worden, overleg dan met je begeleider over een
vervangende opdracht.
Maak van je leervragen en leerdoelen een persoonlijk opleidingsplan, je POP.
Zoek uit: wie je beoordeelt, waar, wanneer en hoe je wordt beoordeeld.
Wanneer je goed op de hoogte bent waar deze leerprestatie over gaat, dan kun je naar de
volgende stap. Doe dit in overleg met je begeleider.
Noteer de letters die overeenkomen met je bewijsstukken in de juiste kolom van de
beoordelingslijst. Zo weet je waarop je beoordeeld wordt. En weet je zeker dat alle
beoordelingscriteria aan bod zijn gekomen.
Maak per opdracht een persoonlijk activiteitenplan, je PAP.