KOMPAS
33
In je POP schrijf je:
wat jouw leerdoelen of leervragen zijn bij de opdrachten in de beroepsprestatie, maak
daarbij onderscheid in kennis, vaardigheden en houding
bij welk werkproces en bijbehorende competentie(s) deze leerdoelen horen
je motivatie om aan deze competenties te werken
Bespreek je POP met je begeleider.
Als je een GO van je begeleider hebt, maak dan je planning in je persoonlijk activiteitenplan
(PAP).
Gebruik daarvoor de vijf W’s:
Wat ga ik doen op het gebied van kennis, vaardigheden en houding? Raadpleeg de
competentiewijzer
Waar? In welke context? Praktijk? School?
Wie zijn er bij betrokken?
Wanneer ga ik dit doen? Hoelang?
Welke hulpmiddelen en materialen heb ik daarbij nodig? Welke afspraken zijn nodig?
Bespreek je PAP met je begeleider. Verwerk de feedback.
Is je begeleider tevreden met je POP en je PAP? Vraag dan een ‘GO’. Vraag bij een ‘NO GO’
om advies voor verbetering.
De vormgeving van het POP en het PAP verschilt per opleiding.
WAT
POP
PAP
WAAR
WIE
WANNEER
WELKE