14
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
ONDERWIJSASSISTENT - Fase 2
voldoende
goed
onvoldoende
K Vakdeskundigheid
toepassen
–– vakspecifieke mentale
vermogens aanwenden
p
Dit betekent dat:
• je de pedagogisch-verzorgende taken zorgvuldig en
ergonomisch verantwoord uitvoert
zodat:
• er voor de leerling(en) geen onnodige last optreedt.
T Instructies en
procedures opvolgen
–– instructies opvolgen
–– werken conform
veiligheidsvoorschriften
R
Dit betekent dat:
• je pedagogisch-verzorgende taken volgens instructies en
aanwijzingen verricht
• je tijdens de uitvoering van pedagogisch-verzorgende taken
expliciet op de veiligheid van de leerling let
zodat:
• de leerling de garantie heeft om op de juiste manier verzorgd
te worden.
Bewijsstukken Kwalificerend
A.
De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.
Specifieke bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
B.
Observatie met schriftelijke rapportage.
1.1
F - J - K - T
C.
Schriftelijke evaluatie van de begeleiding van een
groepje leerlingen.
1.4
C - D - F - K -
U - V
D.
Verslag van het theoretisch onderzoek.
2.5
K
E.
Plan van aanpak voor het stimuleren van de
zelfredzaamheid.
2.5
K - T
F.
Rapportage over de uitvoering van het plan van aanpak
voor het stimuleren van de zelfredzaamheid.
2.5
C - D - F - K
Aanvullende of vervangende bewijsstukken:
Werkprocessen Competenties
Cesuur
In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.
ja
nee
