14DTPEXO1

105-106 / 109

werk- processen de omschrijvingen vertellen per competentie wat er in een werkproces van je wordt verwacht aan handelingen en gedrag en wat het gewenste resultaat is
kerntaak 1
1.1
Verricht
voorbereidende
werkzaamheden
voor de realisatie
van een
media-uiting
E Je raadpleegt en informeert waar nodig je leidinggevende
en/of collega’s. ■ Je stemt je werkzaamheden af. Het
resultaat is dat problemen worden voorkomen en/of
opgelost.
Q Je bepaalt de te maken stappen voor de uitvoering van
een opdracht. ■ Je houdt daarbij rekening met de
(technische) eisen, voorwaarden en planning voor de
realisatie van het product. ■ Als dat nodig is, pas je
de planning tussentijds aan. ■ Je zorgt ervoor dat je
kan beschikken over de juiste hulpmiddelen en goed
functionerende apparatuur voor het werken aan de
opdracht. ■ Het resultaat is dat de opdracht binnen de
beschikbare tijd en volgens de eisen en voorwaarden kan
worden uitgevoerd.
T Je zorgt voor een schone, opgeruimde werkplek die
voldoet aan de Arbo-eisen. ■ Je zorgt voor een plek waar
je efficiënt kan werken. ■ Je houdt volgens afspraak op
een eenduidige en overzichtelijke manier de uren bij die
je aan een opdracht besteedt. ■ Je registreert daarbij de
zaken die van belang zijn voor de orderadministratie en
verzorgt jouw deel van de order- en urenadministratie. Het
resultaat is dat voor iedereen duidelijk is hoe hij zijn werk
heeft verricht.
1.2
Ontvangt en
bespreekt de
ingekaderde
opdracht
E Naar aanleiding van de ontvangen opdracht raadpleeg je
je leidinggevende en/of collega’s en stemt de opdracht
af. ■ Het resultaat is dat eventuele onduidelijkheden
met betrekking tot het doel, de inhoud, de doelgroep en
specificaties enz. weggenomen zijn. Je legt je vragen
over de uitvoeringsmogelijkheden van nieuwe (online)
mediamogelijkheden aan hen voor. Het resultaat is dat je
de mogelijkheden kan meenemen in de uitvoering van de
opdracht.
K Je interpreteert het plan op basis van je vaktechnisch
inzicht. Het resultaat is dat je weet hoe je de opdracht kan
uitvoeren.
1.3
Maakt een
voorstel voor een
media-uiting
E Je overlegt waar nodig met je leidinggevende en
collega’s. ■ Je legt het uiteindelijke voorstel voor aan
je leidinggevende. Het resultaat is dat deze het kan
goedkeuren.
K Je hanteert geschikte (vormgeef)elementen (kleur, beeld,
teksten, lay-out, typografie, interactie). Dat doe je op
basis van je vaktechnisch inzicht en binnen het gegeven
format of stramien. ■ Je geeft deze elementen in grote
lijnen in hun samenhang weer. Hierbij houd je rekening
met gebruiksvriendelijkheid, interactiviteit en eisen van
technische uitvoerbaarheid ten aanzien van het drukken,
printen of online plaatsen. ■ Je maakt een presentatie
voor je leidinggevende. Het resultaat is dat het voorstel
beoordeeld kan worden.
L Je gebruikt hulpmiddelen effectief, efficiënt. Het resultaat
is dat de hulpmiddelen bijdragen aan het maken van een
geschikt voorstel.
U Je reageert positief op de opmerkingen en voorgestelde
wijzigingen. ■ Je past als dat nodig is het voorstel aan.
Het resultaat is dat er een geschikt voorstel ligt dat aan de
eisen voldoet.
kerntaak 2
2.1
Verzamelt en
controleert
bestanden en
content
E Je overlegt, indien nodig, met collega’s en/of zijn
leidinggevende over materialen en content die aangeleverd
zijn of moeten worden. Het resultaat is dat duidelijk is
welke bestanden en content je kan gaan gebruiken of nog
moet verzamelen of zelf maken.
K Je gebruikt je vaktechnisch inzicht bij het beoordelen
van materialen en bestanden. ■ Je beoordeelt deze op
technische bruikbaarheid en bewerkt ze waar nodig. ■ Je
beoordeelt elementen op geschiktheid en past ze aan de
specifieke media-uiting aan. ■ Je bent bedreven in het
werken met de (gekozen) software. Het resultaat is dat de
bestanden geschikt zijn voor verdere verwerking.
Q Je zorgt ervoor dat anderen ontbrekende materialen en
content op tijd en met de juiste specificaties aanleveren.
Het resultaat is dat je je werkzaamheden volgens planning
uit kan voeren.
T Je slaat de bestanden waarmee je moet werken volgens
vaste richtlijnen van je organisatie op. ■ Je beheert
de bestanden tijdens je werkzaamheden (opzoeken,
actualiseren, verwijderen) en je maakt regelmatig back-ups.
Het resultaat is dat bestanden altijd vindbaar zijn.
2.2
Bewerkt en maakt
bestanden en
content
E Bij het bewerken of maken van bestanden en
content overleg je als dat nodig is met collega’s of je
leidinggevende. ■ Als je problemen signaleert, schakel
je tijdig de hulp van anderen in. Het resultaat is dat je
efficiënt gebruik maakt van de expertise in je omgeving.
K Als dat nodig is, maak je zelf bestanden of onderdelen van
content. ■ Je doet dat vlot en nauwkeurig. Het resultaat
is dat de bestanden en content inhoudelijk en technisch
geschikt zijn voor de te maken media-uiting.
L Als dat nodig is, bewerk je bestanden en content. Je
gebruikt daarbij relevante software doeltreffend en benut
de mogelijkheden van de software. Het resultaat is dat je
de media-uiting optimaal realiseert.
Q Je levert het gecorrigeerde bestand tijdig aan voor verdere
productie. ■ Als dat nodig is, regel je de verdere productie
op een efficiënte manier. Het resultaat is dat de voortgang
van de realisatie wordt bevorderd.
S Als dat nodig is, voer je correcties door. Het resultaat is dat
de media-uiting voldoet aan het gewenste kwaliteitsniveau.
V Je presteert ook onder tijdsdruk en neemt de juiste
maatregelen als de factor tijd in het gedrang komt. Het
resultaat is dat de opdracht niet in gevaar komt.
2.3
Maakt de
media-uiting op
E Als dat nodig is overleg je met je collega’s of
leidinggevende. ■ Je meldt problemen of storingen.
Je legt de media-uiting ter goedkeuring voor aan je
leidinggevende. Het resultaat is dat de media-uiting
voldoet aan de verwachtingen van de opdrachtgever.
K Je realiseert de media-uiting op basis van een
goedgekeurd voorstel. ■ Je laat daarbij je vaardigheden
zien door snel en accuraat de media-uiting te
realiseren met de gekozen beeldbewerkings-, teken- of
opmaakpakketten. Of door eventuele XML-inhoud (of
vergelijkbaar) in te laten lopen Het resultaat is dat de
gerealiseerde media-uiting getuigt van professionaliteit.
L Je gebruikt relevante software efficiënt en effectief. Het
resultaat is dat de media-uiting op de juiste manier
gemaakt wordt.
S Je test de werking van de media-uiting. ■ Je controleert de
specificaties voor aanlevering en voert zo nodig correcties
door. Het resultaat is dat de media-uiting voldoet aan het
gewenste kwaliteitsniveau.
T Je zorgt ervoor dat de media-uiting op tijd klaar is
en technisch geschikt is voor verdere verwerking
(bijvoorbeeld: klaar om gedrukt of geprint te worden of
online te plaatsen). ■ Je houdt daarbij rekening met de
specifieke criteria die gelden voor het betreffende medium.
Het resultaat is dat de media-uiting volgens plan gebruikt
kan worden voor verdere verwerking.
2.4
Rondt zijn opdracht
af
E Als dat nodig is overleg je met je leidinggevende
over welke bestanden en materialen moeten worden
gearchiveerd, Het resultaat is dat de juiste bestanden/
materialen bewaard blijven.
L Je gaat zorgvuldig om met het goedgekeurde
mediaproduct en de gebruikte bestanden. ■ Je maakt het
gereed voor oplevering aan je leidinggevende. Het resultaat
is dat het mediaproduct geschikt is voor de verdere
verwerking zoals drukken, printen of publiceren.
S Je rondt je opdracht ordelijk en systematisch af. ■ Je levert
je product en de gebruikte bestanden zorgvuldig op. Het
resultaat is dat de opdrachtgever tevreden is over wat hij
geleverd krijgt.
T Je archiveert bestanden en (online) content in de
bestaande opslagstructuur. ■ Je schoont na afloop je
computer op. Het resultaat is dat het systeem niet onnodig
wordt belast.
competenties examen dtp-er