Previous Page  57 / 147 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 57 / 147 Next Page
Page Background

©

Academie

ǀ seizoen 2013/’14

Studiegids/ werkboek

56

Plaatje, praatje, daadje

Het starten van een voetbalvorm begint met de uitleg van de bedoeling. Een

hulpmiddel daarbij is 'plaatje, praatje, daadje'. Het voordoen/ laten zien en uitleg geven

tijdens de demonstratie of kort daarna, werkt veel beter dan een lange uitleg. Daarnaast is

het een hulpmiddel om alleen die regels en regelingen te noemen die noodzakelijk zijn om te

kunnen spelen. Te denken valt aan regels over: het scoren, het wisselen, welke spelregels

worden gehanteerd etc. Van belang is wel dat de spelers snel aan het voetballen zijn!

Als de voetbalvorm op gang is gebracht kun je controleren of de gekozen voetbalvorm

voldoet aan de eis van 'veel herhaling'. Als je bijvoorbeeld het vrijlopen wilt verbeteren, zijn

er dan veel situaties waarin de spelers moeten vrijlopen? Kortom, komt de bedoeling

duidelijk naar voren en komen de spelers vaak in de situatie (herhaling). Als de bedoeling

niet of te weinig naar voren komt, moet je de voetbalvorm aanpassen.

Maar je kijkt ook of het spel gespeeld wordt. Gaat de bal vaak uit? Dan is de ruimte zeer

waarschijnlijk te klein. Komen beide teams niet bij het doel? Dan is de ruimte zeer

waarschijnlijk te groot. Lukt het niet om te scoren? Zijn de doeltjes wellicht te klein. De

trainer-coach is constant bezig om te kijken of het spel gespeeld wordt en of er iets aan de

organisatie veranderd moet worden.

Zorg dat de aandachtspunten die centraal staan tijdens een voetbalvorm zijn afgeleid van

de algemene uitgangspunten. Houd daarbij wel rekening met het niveau en de leeftijd van

de spelers. Bij een hoger niveau en/of oudere spelers kan je vaak specifieker worden in

het benoemen van de

aandachtspunten.