Cataloguswaarde: 39.870,00 EUR
Ouderdom voertuig: minder dan 1 jaar
[39.870,00 x 6/7 x (5,5% + 4,6%)] = 3.451,60 EUR per jaar
Telling in kalenderdagen
Voor de berekening van het voordeel van alle aard wordt rekening gehouden met het aantal
kalenderdagen in een bepaalde maand. Dit heeft voor gevolg dat het bedrag van het voordeel van
maand tot maand kan verschillen. In een schrikkeljaar moet hierbij rekening gehouden worden met
366 dagen.
Lichte vrachten
Voor voertuigen die fiscaal beschouwd worden als lichte vrachten geldt de bovenstaande forfaitaire
berekening niet. Het voordeel wordt bepaald in functie van de werkelijke waarde voor de gebruiker.
SOCIALE REGELING
Indien u als werkgever een firmawagen ter beschikking stelt van uw werknemer, hetzij voor
privégebruik, woon-werkverkeer of voor collectief vervoer (bijvoorbeeld van en naar de werven), dan
is er in principe steeds een CO2-bijdrage verschuldigd, zelfs wanneer er een financiële tussenkomst is
van de werknemer in de financiering en/of het gebruik van het voertuig. De CO2-bijdrage is een
forfaitaire bijdrage berekend op grond van het CO2-uitstootgehalte. De berekening van deze bijdrage
neemt het CO2-uitstootgehalte van elk voertuig (Y) in aanmerking, vermenigvuldigd met 9 EUR
waarvan een bedrag wordt afgetrokken naargelang het voertuig wordt aangedreven met een
benzine-, diesel-, of LPG-motor. Het resultaat wordt tenslotte gedeeld door 12 en vermenigvuldigd
met een jaarlijks wijzigende coëfficiënt, om zo de maandelijkse solidariteitsbijdrage te bekomen. Het
bedrag van de solidariteitsbijdrage wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd.
De bedragen in de onderstaande tabel zijn van kracht vanaf 1 januari 2018:
Type wagen
Formule
Benzine
CO2: gekend
[(Y x 9) – 768] : 12 x 1,2708
CO2: niet gekend
[(182 x 9) – 768] : 12 x 1,2708 = 92,13 EUR
Diesel
CO2: gekend
[(Y x 9) – 600] : 12 x 1,2708
CO2: niet gekend
[(165 x 9) – 600] : 12 x 1,2708 = 93,72 EUR
LPG
[(Y x 9) – 990] : 12 x 1,2708
Elektrisch
26,47 EUR per maand
Opmerking: De maandelijkse solidariteitsbijdrage bedraagt minimaal 26,47 EUR
Er geldt een wettelijk vermoeden dat elk voertuig dat voor privédoeleinden van werknemers kan
worden gebruikt effectief ook voor privédoeleinden gebruikt wordt. Het is dus aan de werkgever om
het tegendeel te bewijzen. De werkgever kan dit doen:
Ofwel door aan te tonen dat het voertuig wordt gebruikt door een persoon die niet valt
onder het toepassingsgebied van de sociale zekerheid voor werknemers (bijvoorbeeld
bedrijfsleiders-zelfstandigen);
Of door aan te tonen dat het voertuig wel degelijk louter voor professionele doeleinden
gebruikt wordt.
Bij de beoordeling van de bijdrageplicht wordt een onderscheid gemaakt tussen “utilitaire
voertuigen” en “gewone voertuigen”. Een utilitair voertuig is een voertuig dat valt onder het
toepassingsgebied van de solidariteitsbijdrage maar dat de fiscus kwalificeert als lichte vracht en dat
belast wordt op basis van de werkelijke waarde van het voordeel. Een gewoon voertuig is een