Previous Page  56 / 80 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 56 / 80 Next Page
Page Background

voertuig dat behoort tot de klasse M1 of N1 (zie hieronder), zoals personenwagens, auto’s voor

dubbel gebruik, luxe terreinvoertuigen…

Indien er sprake is van verplaatsingen met een utilitair voertuig wordt het privégebruik niet

verondersteld en is de bijdrage in principe niet verschuldigd. Verplaatsingen van de woonplaats naar

de werkplaats worden in dit geval niet beschouwd als woon-werkverplaatsingen. Eventueel ander

bijkomend privégebruik zal wel aanleiding geven tot een bijdrageplicht.

Daarnaast worden de verplaatsingen met een gewoon voertuig tussen de woon- en werkplaats niet

als woon-werkverplaatsingen beschouwd wanneer er geen vaste plaats van tewerkstelling is. Een

vaste plaats van tewerkstelling is volgens de RSZ een plaats waar effectief prestaties van enige

omvang door de werknemer geleverd worden én waar men tijdens het jaar tenminste 40 (al dan niet

opeenvolgende) dagen naartoe rijdt. Van zodra de 40 dagen bereikt zijn, is een solidariteitsbijdrage

verschuldigd voor het volledige jaar.

In geval van collectief vervoer van werknemers is de CO2-bijdrage niet verschuldigd als volgende

voorwaarden zijn voldaan:

Voor een voertuig behorend tot categorie N1 (voor het vervoer van goederen bestemde voertuigen

met een maximale massa van ten hoogste 3,5 ton) wanneer:

Het gaat om een systeem van vervoer van werknemers overeengekomen door de sociale

partners, dat opgenomen is in het arbeidsreglement of in een CAO;

Waarin, naast de chauffeur, minstens twee andere werknemers van de onderneming

aanwezig zijn, gedurende minstens 80% van het afgelegde traject van en naar de woonplaats

van de chauffeur (soms volstaat zelfs één andere werknemer);

Voor zover de werkgever bovendien bewijst dat er geen ander privégebruik (bijvoorbeeld

tijdens het weekend) wordt gemaakt van dit voertuig.

Voor een voertuig behorend tot categorie M1 (= personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik en

minibussen) wanneer:

Het gaat om een systeem van vervoer van werknemers overeengekomen door de sociale

partners, dat opgenomen is in het arbeidsreglement of in een CAO;

Er zijn minimum 5 en maximum 8 zitplaatsen;

Waarin, naast de chauffeur, minstens drie andere werknemers van de onderneming

aanwezig zijn, gedurende minstens 80% van het afgelegde traject van en naar de woonplaats

van de chauffeur;

Voor zover de werkgever bovendien bewijst dat er geen ander privégebruik (bijvoorbeeld

tijdens het weekend) wordt gemaakt van dit voertuig.

De werkgever die de bedrijfswagens niet aangeeft of een foute CO2-uitstoot opgeeft, loopt voor deze

kwartalen het risico aan de RSZ boven op de normale CO2-bijdrage nog een boete te moeten betalen

die gelijk is aan tweemaal de verschuldigde bijdrage en intresten, dit met terugwerkende kracht. De

RSZ beschikt over de lijsten met nummerplaten van de Dienst voor Inschrijving van Voertuigen die

vergeleken kunnen worden met de nummerplaten die voorkomen op de DMFA-aangifte.