CZW20120119 - page 18

16
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
MEDEWERKERMAATSCHAPPELIJKE ZORG
voldoende
goed
onvoldoende
L Materialen en
middelen inzetten
–– geschiktematerialen en
middelen kiezen
–– goed zorgdragen voor
materialen enmiddelen
–– materialen enmiddelen
doelmatig gebruiken
R
Dit betekent dat:
• je zorgvuldig en netjes omgaat met dematerialen en
middelen
• je hulpmiddelen gebruikt waarvoor ze zijn bedoeld
zodat:
• jij de huishoudelijke werkzaamheden efficiënt kunt (laten)
uitvoeren
• je tijdens de uitvoering van de huishoudelijke
werkzaamheden een voorbeeld bent voor de cliënt.
Q Plannen en
organiseren
–– activiteiten plannen
–– tijd indelen
–– voortgang bewaken
P
Dit betekent dat:
• je tijdens de activiteiten overlegt over je aanpak
• je op tijd hulp inschakelt als er knelpunten zijn of
onverwachte dingen gebeuren
zodat:
• de cliënt kan verwachten dat er altijd goede begeleiding is
tijdens de uitvoering van de activiteit.
U Omgaanmet
verandering en
aanpassen
–– aanpassen aan veranderde
omstandigheden
P
Dit betekent dat:
• je bij agressie, lastige en/of crissituaties snel je handelen
aanpast
• je, als het nodig is, de afspraken die in het plan van aanpak
staan uitvoert
• je op de hoogte bent van de richtlijnen van de organisatie,
wet- en regelgeving die betrekking hebben op situaties
waarin agressie voorkomt en andere lastige en/of
crisissituaties
• je in die situaties handelt volgens de richtlijnen van de
organisatie en wet- en regelgeving
zodat:
• cliënten leren van de situatie
• gevaar voor betrokkenen en schade voorkomen wordt.
Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen
E Samenwerken en
overleggen
–– afstemmen
–– anderen raadplegen en
betrekken
P
Dit betekent dat:
• je tijdens de activiteit en bij ondersteuning van persoonlijke
zorg op tijd overlegt met alle betrokkenen
• je bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig
overlegt met anderen
• je weet wat de consequenties zijn van jouw acties
• je anderen om raad vraagt als dat nodig is
• je je zo opstelt dat de samenwerkingmet de groepsleden en
het team soepel verloopt
• je relevante informatie doorgeeft aan het multidisciplinaire
team
zodat:
• iedereen die betrokken is bij de activiteiten en de
groepsleden goed kunnen samenwerken en de gezamenlijke
dienstverlening soepel verloopt
• de persoonlijke zorg voor de cliënt soepel en eenduidig
verloopt.
1...,8,9,10,11,12,13,14,15,16,17 19,20,21,22,23,24
Powered by FlippingBook