14ZW4PWFB1 - page 39

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
Fase 1
39
Werkproces 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang
Gedragsbeoordeling
Competenties
De student:
G V O
B Aansturen
toont overwicht bij het handhaven van afspraken en
regels
  
biedt duidelijkheid aan het kind en de groep over
welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden
mogen worden
  
C Begeleiden
geeft het kind heldere, eerlijke en constructieve
feedback
  
stimuleert het kind om alternatieven uit te proberen
  
versterkt het functioneren van het kind
  
D Aandacht en begrip tonen
toont betrokkenheid bij het kind en de ouders
  
luistert actief naar het kind en de ouders
  
herkent wanneer het kind het moeilijk heeft
  
kan het kind en de ouders de nodige ondersteuning
bieden
  
informeert de ouders over de gang van zaken in de
opvang
  
E Samenwerken en overleggen
informeert de ouders over de sociaal – emotionele
ontwikkeling van het kind
  
deelt kennis, ervaring en inzichten met betrekking tot
de opvoeding van het kind met de ouders
  
U Omgaan met verandering en
aanpassen
toont respect voor verschillende achtergronden van
kinderen (en ouders)
  
is in staat vragen of problemen vanuit verschillende
gezichtspunten te bekijken
  
respecteert de eigenheid van het kind
  
respecteert de eigenheid van ouders
  
Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria
I...,29,30,31,32,33,34,35,36,37,38 40,41,42,43,44,45,46,47,48,49,...57
Powered by FlippingBook