©
Academie
ǀ seizoen 2013/’14
Studiegids/ werkboek
100
Wat kan er (nog) worden verbeterd tijdens het opbouwen? (1d)
De volgende stap is om, op basis van de algemene uitgangspunten bij E-pupillen, te
bepalen wat er nog kan worden verbeterd. Je kijkt nu welke uitgangspunten bij het aanvallen niet of
minder goed gaan. Bijvoorbeeld: je ziet dat ze de bal snel verliezen omdat ze geen oog hebben voor
elkaar en dus gaan pingelen. Eigenlijk doen ze dat omdat de medespelers ook niet goed positie kiezen
en daardoor niet vrij staan.
Je omcirkelt/arceert: '…vanuit een spelsituatie zelf een oplossing kiezen of gebruik maken van een
medespeler’, ‘…de speelruimte met elkaar zo groot mogelijk maken (lengte en breedte)’ en ‘goed staan
verdeeld over het veld (veldbezetting – niet meer allemaal te dicht bij elkaar). Nu heb je een duidelijk
beeld op basis waarvan je tijdens de wedstrijd kunt coachen en/of een training kunt voorbereiden.
STAP 2: TRAINEN
Wat is de doelstelling van de training? (2a)
Op basis van wat je gezien hebt dat minder goed gaat tijdens het opbouwen (zie 1c) omcirkel/arceer je
hier: ’…het positiespel in de opbouw’.
Op basis van de gekozen doelstelling kies ik voor de volgende voetbalvormen (2b).
Onder de doelstelling zie je welke warming-up, voetbal- en partijvorm gekozen kunnen worden voor de
training. Welke keuzes je maakt, heeft te maken met wat de oorzaak is van dat het minder goed gaat. In
het geval van het voorbeeld: de balbezitter heeft onvoldoende oog voor de medespelers en de
medespelers van de balbezitter moet zich beter verdelen over het veld en vanuit hun positie zich
vrijlopen en aanbieden (zie 1d).
Dit kan leiden tot de volgende training:
warming-up: 3 tegen 2 met 2 doeltjes
voetbalvorm: 5 tegen 3 positiespel
partijvorm: 4 tegen 4 met 4 doeltjes
Dit is dan het eerste deel van de training gericht op het aanvallen. Het tweede deel van de training is gericht
op het verbeteren van het verdedigen en doe je door dezelfde stappen te doorlopen.
De keuze voor een bepaalde vorm is afhankelijk van wat je ziet bij je team/de spelers en kan dus ook
verschillend zijn in vergelijking met je medecursisten. In de PDF uitwerking vind je onder ‘bedoeling van
deze vorm’ en ‘karakteristiek’ of de vorm aansluit bij wat je wilt verbeteren.
Wel is het belangrijk om een plan te hebben. Kies bijvoorbeeld de doelstelling ‘het verbeteren van het
positiespel in de opbouw’ en laat deze doelstelling minimaal drie weken aan de orde komen. Kijk welke
vormen er passen bij het ontwikkelingsniveau op dat moment.
Je hebt dan 3 mogelijkheden:
1. moeilijkere vorm(en) aanbieden omdat het opbouwen steeds beter gaat en de eerder gekozen vorm te
makkelijk is
2. makkelijkere vorm(en) aanbieden omdat de eerder gekozen vorm te moeilijk was
3. herhalen van de vorm(en) omdat er nog genoeg te verbeteren valt in de eerder gekozen vorm(en)