©
Academie
ǀ seizoen 2013/’14
Studiegids/ werkboek
99
BIJLAGE 3a: Van wedstrijd naar training in 3 stappen
E-pupillen (toelichting)
De inhoud van de trainingen wordt bepaald vanuit:
Wat centraal staat bij jeugdspelers van deze leeftijd; bij E-pupillen is dat het leren samen
doelgericht te spelen
Bij de F- en E-pupillentraining is het ontwikkelen van technische basisvaardigheden belangrijk, en dat is
bij D-pupillen niet anders. Bij de F-pupillen ligt de nadruk op het doelgericht leren handelen met de bal.
Bij de E-pupillen op het doelgericht samenspelen: het handelen met en zonder bal, de individuele
keuzes en het onderling afstemmen. Bij de D-pupillen staat centraal dat dit alles steeds meer gebeurt
vanuit een bepaalde basistaak in het team.
Wat de spelers in de wedstrijd laten zien:
Dit is vaak een bevestiging van het bovenstaande. Bij de E gaat het vooral om de technische
basisvaardigheden ontwikkelen en deze te koppelen aan het toenemend besef om samen doelgericht te
spelen. Het handelen met en zonder bal moet afgestemd orden met de medespelers om doelpunten te
maken of er voor te zorgen dat doelpunten voorkomen worden.
Het lezen van de wedstrijd is dus van belang om (mede) te bepalen waarop wordt getraind.
Daarnaast is het lezen van een wedstrijd van belang om gericht te kunnen coachen, bijvoorbeeld
in de vorm van het geven van aanwijzingen.
In de 3 stappen wordt je een methode aangereikt waar je stap voor stap een steeds scherper
beeld krijgt over wat er (nog) verbeterd kan worden. Dit kun je dan doen tijdens de wedstrijd en/of
de training(en). De voetbalvormen-printversies (PDF bestanden) op de DVD geven een overzicht
van verschillende groepen van vormen gericht op aanvallen en verdedigen. Deze groepen en de
bijbehorende oefenvormen worden gebruikt bij de uitwerking van stap 2 en 3.
STAP 1: LEZEN VAN VOETBALLEN
Bijvoorbeeld. Je kijkt naar een wedstrijd en stelt je de volgende vragen:
Zie ik dat de het team/de spelers aanvallen en doelpunten maken? (1a)
Natuurlijk zal er altijd worden aangevallen. Dat is namelijk voetballen! Nu is het aan jou om te bepalen of
het dat oplevert wat noodzakelijk is om de bedoeling van het spel te realiseren: winnen.
Zie ik dat het team/de spelers opbouwen en kansen creëren? De kansen benutten en
doelpunten maken? (1b)
Dus: worden er doelpunten gemaakt, worden er kansen gecreëerd? In dit voorbeeld worden er weinig
kansen gecreëerd. Je kunt dan ‘…opbouwen om kansen te creëren’ omcirkelen of arceren. Dit wordt het
aspect waar je op gaat letten en op doorgaat.
Wat zie ik minder goed gaan tijdens het opbouwen? (1c)
Bijvoorbeeld: je ziet dat ze de bal snel verliezen omdat ze geen oog hebben voor elkaar en dus gaan
pingelen. Je omcirkelt/arceert: ‘…(snel) balverlies bij het opbouwen’. Laten we duidelijk zijn: er zijn altijd
zaken die beter kunnen. Dat hoort bij de ontwikkelingsfase van deze jeugdspelers. Vergeet echter niet
ook de goede zaken te benadrukken. Geef complimenten!