00612144001 - page 80

Bijlage 11Niveaubepaling spreekvaardigheid
NiveaubepalingSprekenNederlands1F-2F-3F
Naamstudent:
Naambeoordelaar:
Opleiding:
Crebo:
Vereistniveau:
ROC
Opdracht
Kwalificerend
Ontwikkelingsgericht
STAP1 Bepaalhetniveauvandeopdrachtenkruis indebetreffendekoloméénvande (beroeps)productenaan.
Bijeenkwalificerendebeoordelingdienthetniveauvandeopdracht tevoldoenaanhetvereisteniveauvandeopleiding.
Niveau
1F
2F
3F
Omschrijving
niveauopdracht
Monoloogoveralledaagsesituaties inenbuiten
school ineenvoudigebewoordingen.
Monoloogoveronderwerpenuitde (beroeps)
opleidingenvanmaatschappelijkeaard,waarin
redelijkvloeiendenhelderervaringen,
gebeurtenissen,meningen, verwachtingenen
gevoelensonderwoordenwordengebracht.
Monoloogoveronderwerpenuitde (beroeps)
opleidingenvanmaatschappelijkeaard,waarin
ideeënwordenuitgewerktenvoorzienvan relevante
voorbeelden.
(Beroeps)
productn.a.v.
opdracht
eenbeschrijvingvanalledaagsezakenzoals
mensen,plaatsenenzaken
verslagvangebeurtenissen,activiteitenen
persoonlijkeervaringen
kort, voorbereidverhaalofpresentatieendaarbij
opeenvoudigevragen reageren
……………………………….
redenenenverklaringenvooreigenmening,
plannenenhandelingen
kortverhaal
voorbereidepresentatieuiteigen interessegebied
envragennaaraanleidingvandezepresentatie
beantwoorden
…………………………………….
verhaalmet inleiding, kernenslotenvragennaar
aanleidingvanditverhaal vloeiendenspontaan
beantwoorden
presentatiemetargumentenvoorof tegeneen
bepaaldstandpuntofvoor-ennadelenvandiverse
optiesenvragennaaraanleidingvandeze
presentatievloeiendenspontaanbeantwoorden
………………………….
STAP2 Stelvastofdestudentdeopdracht inhoudelijkvoldoendeheeftuitgevoerd.
LetdaarbijopofDOEL/DOELENbereikt zijn.
Goed /Voldoende
GO (gaverdermetbeoordeling)
Onvoldoende
NOGO (=cijfer1)
GO?
STAP3
Kruis (1xper rij)hetgetoondegedragaan.
Kenmerken
taakuitvoering
Criteria1F*
Criteria2F*
Criteria3F*
* Dedrieniveauszijncumulatief:eenstudentopeenhogerniveaubeheerstallevaardighedendieopeen lagerniveaugenoemdworden.
Afstemmingop
publiek
Jepast je taalgebruikaanaande luisteraars.
Jemaaktde juistkeuze inhetaansprekenvan je
publiek (formeel/informeel,woordgebruik,dialect,
jongerentaaletc.).
Je taalgebruik isconsequentenpastbinnende
gegevensituatiequa toon,doelengenre.
Jemaaktgebruikvanondersteunendematerialen
om jeboodschapbeteraanhetpubliekover te
brengen.
Jemaaktgoedgebruikvanondersteunende
materialenenkunthetpubliekboeiendoormiddel
vanconcretevoorbeeldeneneigenervaringen.
Jemaaktde juistekeuzevoorondersteunende
materialen,enkuntspontaanafwijkenvan je
voorbereide tekst,alservanuithetpubliek
belangwekkendepuntenwordenaangedragen.
80
Examendossier
1...,70,71,72,73,74,75,76,77,78,79 81,82,83,84,85,86,87,88
Powered by FlippingBook