MBO-Verpleegkundige
Fase 3
17
1
Oriënteren
Typering van deze beroepsprestatie
De patiënt komt tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis in aanraking met verschillende zorgverleners
die ieder vanuit hun eigen discipline zorg verlenen. Mede hierdoor is het belangrijk dat één
zorgverlener de zorg afstemt en op deze wijze de continuïteit van zorg waarborgt. In het
ziekenhuis wordt vaak een verpleegkundige aangesteld die het verpleegplan beheert en de
eerste aanspreekpersoon is voor patiënt en naasten, collega’s en betrokken disciplines. Deze
verpleegkundige, ook wel eerstverantwoordelijke verpleegkundige (EVV’er) genoemd, regelt
veel zaken rondom en voor de patiënt. De taken van de EVV’er zijn onder meer de onderlinge
werkverdeling, het consulteren van de arts, specialisten en de paramedische dienst, het overleg met
patiënt en diens naasten en het verwerken van de afspraken die hieruit voortkomen. Regelmatig
evalueert de EVV’er de totale verpleegkundige zorgverlening met betrokkenen en stelt indien nodig
het verpleegplan bij. De EVV’er heeft het totaaloverzicht, bewaakt de werkzaamheden en kijkt of
deze volgens planning en afspraak verlopen. Goede kwaliteit van zorg verlenen staat of valt met een
goede coördinatie zorg.
Met de regelmaat van de klok komen er nieuwe stagiaires, nieuwe collega’s of invalkrachten op
de afdeling. Dat betekent dat je als verpleegkundige de taak hebt om studenten te begeleiden en
nieuwe collega’s in te werken.
Om dit goed te kunnen doen, ben je niet alleen deskundig op je vakgebied. Je ontwikkelt tevens
een visie op de begeleiding van collega’s en invalkrachten en je verdiept je in de eisen en
verwachtingen van de opleiding die een stagiaire volgt. Door je kennis van en inzicht in leerstijlen
en begeleidingsmethodieken stem je jouw manier van begeleiden af op de leerstijl van de student.
Tijdens de begeleidings- en beoordelingsgesprekken geef je de student gerichte feedback op haar
leeractiviteiten, beroepsmatig handelen en ontwikkeling. Waardoor de student zich ontwikkelt tot
beginnend beroepsbeoefenaar.
Op de afdeling chirurgie ligt sinds 3 dagen mevrouw De Boer. Jij hebt als verpleegkundige de verantwoor-
delijkheid voor de coördinatie van zorg voor mevrouw De Boer. Mevrouw is eergisteren geopereerd aan een
chronische ontsteking van de dunne darm, de ziekte van Crohn. Mevrouw had de laatste maanden erg veel
klachten. Ze is erg vermagerd, heeft een tekort aan vitaminen en mineralen en heeft bloedarmoede. Daarom
is besloten om een stuk van haar dunne darm dat ernstig is aangetast, te verwijderen en een stoma te
plaatsen. Zoals ook is vastgelegd in het verpleegplan, moet er vandaag een afspraak gemaakt worden met de
diëtiste zodat mevrouw De Boer gerichte adviezen krijgt voor een betere voedingstoestand. Nadat je mevrouw
geholpen hebt met de verzorging, bel je de diëtiste en plan je in overleg met haar het gesprek.
“Alweer beschuit met muisjes,” verzucht Janine. “Maar,” zegt ze tegen zichzelf, “dat kan ook bijna niet anders
als je werkt als verpleegkundige op de afdeling obstetrie en gynaecologie.” Toch is het deze keer ook voor
Janine een bijzonder beschuitje. Want het was vannacht toch wel een spannende bevalling. Mevrouw Delissen
werd opgenomen wegens niet-vorderende uitdrijving nadat ze een uur thuis geperst had. De bevalling wilde
maar niet vlotten. Mevrouw arriveerde enigszins in paniek met de verloskundige en haar partner in het
ziekenhuis. Vanaf dat moment was het hectisch voor Janine. Ze belde de gynaecoloog voor assistentie, maar
die kon niet meteen komen. Janine bewaarde de rust en installeerde mevrouw Delissen, haar partner en
de verloskundige in de verloskamer. Op dat moment leek mevrouw Delissen te ontspannen en kwamen de
persweeën in alle heftigheid terug. De geboorte van het kindje diende zich alsnog aan. Janine assisteerde de
verloskundige en begeleidde mevrouw bij de persweeën. De uitdrijving ging voorspoedig en tegelijkertijd met
de binnenkomst van de gynaecoloog werd een gezond meisje geboren.