CZW20120081 - page 24

DOKTERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3
24
Competentie V. Met druk en tegenslag omgaan
Werkprocessen
1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag (
BP 1.2, BP 2.2,
BP 3.2)
Componenten
effectief blijven presteren onder druk
Eindgedrag
Je blijft in stressvolle situaties gericht op het werk.
Je richt jezelf op zaken die moeten worden gedaan.
Je bewaakt je eigen grenzen.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
het verschil tussen belangen en
spanningen
jouw eigen grenzen bij druk en
tegenslag
het verschil tussen macht en
onmacht
de verantwoordelijkheden,
taken en bevoegdheden van de
doktersassistent
de rechtspositie van de
doktersassistent
de veiligheidsvoorschriften/Arbo-
normen
de functiebeschrijving van de
doktersassistent binnen de
branche
manieren om incidenten te
melden
de motivatietechnieken
de conflicthantering
................................
met (tijds)druk en tegenslag omgaan
je eigen gevoelens goed hanteren
je eigen grenzen bewaken bij
een meningsverschil op basis van
afwegingen
in stressvolle situaties gericht blijven
op het werk en de zaken die gedaan
moeten worden
bij spanning naar oplossingen zoeken
een professionele houding aannemen
bij spanning en stress (moeilijk
hanteerbaar gedrag van de zorgvrager)
prioriteiten stellen op basis van
gefundeerde keuzes
collegiale ondersteuning aanvaarden
bij spanning en stress
afstand nemen om stil te staan bij je
eigen gedrag
open staan voor feedback van de
zorgvrager
de grenzen van je bekwaamheid en
bevoegdheid aangeven en daarbinnen
handelen
bij twijfel over je bevoegdheid en/of
bekwaamheid eerst overleg plegen
je taken, werkzaamheden en
bevoegdheden omschrijven
(functiebeschrijving)
agressie hanteren
omgaan met sociale problematiek
waaronder armoede en huiselijk geweld
de motivatietechnieken toepassen
onder druk vriendelijk blijven en
conflicten vermijden
tegenslag accepteren en direct kijken
naar andere middelen om je doel te
bereiken
flexibel zijn
................................
alert
consequent
planmatig
initiatiefrijk
flexibel
stabiel
reflectief
open
coöperatief
zelfbewust
stressbestendig
overtuigend
aanspreekbaar op je
gedrag
.........................
I...,14,15,16,17,18,19,20,21,22,23 25,26,27,28,29
Powered by FlippingBook