Omslag | I |
Inhoud | 4 |
Competentie A Beslissen en activiteiten initiƫren | 5 |
Competentie D Aandacht en begrip tonen | 7 |
Competentie E Samenwerken en overleggen | 9 |
Competentie F Ethisch en integer handelen | 11 |
Competentie G Relaties bouwen en netwerken | 12 |
Competentie I Presenteren | 13 |
Competentie J Formuleren en rapporteren | 14 |
Competentie K Vakdeskundigheid toepassen | 15 |
Competentie L Materialen en middelen inzetten | 17 |
Competentie Q Plannen en organiseren | 19 |
Competentie R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten | 20 |
Competentie S Kwaliteit leveren | 21 |
Competentie T Instructies en procedures opvolgen | 22 |
Competentie V Met druk en tegenslag omgaan | 24 |
Nederlands - taalvaardigheden | 25 |
Rekenen | 25 |