CZW20120081 - page 5

COMPETENTIEWIJZER
5
Competentie A. Beslissen en activiteiten initiëren
Werkprocessen
1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag (
BP 1.2, BP 2.2,
BP 3.2)
Componenten
beslissingen nemen
Eindgedrag
Je kiest binnen de gestelde kaders en passend binnen het protocol, een passende vervolgstap.
Je zorgt voor een juiste afhandeling van de zorgvraag.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de behoefte en verwachtingen
van de zorgvrager
de bronnen waar aanvullende
informatie over de zorgvrager te
vinden is
triage (NHG) standaarden en
procedures
de (minder complexe)
ziektebeelden, beperkingen en
handicaps van de zorgvragers
de benodigde informatie over
geneesmiddelen
medische terminologie
het medisch zorgaanbod
de Nederlandse taal
een moderne vreemde taal
aspecten van de beroepshouding
verschillende observatietechnieken
de technieken voor het
opbouwen van een
vertrouwensrelatie
de taken, verantwoordelijkheden
en grenzen van het beroep
de wet- en regelgeving
de complexe en gecombineerde
ziektebeelden, beperkingen en
handicaps van de zorgvragers
................................
actief luisteren
uitvragen volgens de (NHG)
standaarden en procedures
doorvragen als de boodschap
onduidelijk is
de Nederlandse en moderne vreemde
taal toepassen
non-verbale en verbale
communicatiemethoden en -technieken
toepassen en afstemmen op het
communicatieniveau van de ander
rekening houden met de positie van de
cliënt
controleren aan de hand van meerdere
technieken of de cliënt de boodschap
begrijpt
je communicatie afstemmen op het
niveau van de cliënt
je verplaatsen in het standpunt van de
zorgvrager en diens autonomie centraal
stellen
gerichte observatietechnieken
toepassen
een open gespreksituatie creëren en
controleren aan de hand van meerdere
technieken of de zorgvrager de
boodschap begrijpt
overleggen
kort samenvatten en rapporteren
de communicatie afstemmen op de
zorgvrager en in je handelen rekening
houden met de verschillen in leeftijd,
leefstijl, cultuur en sekse
verantwoordelijkheid tot handelen
nemen
planmatig
consequent
(klant)vriendelijk
besluitvaardig
alert
accuraat
laagdrempelig
respectvol
reflectief
motiverend
stimulerend
proactief bij
dilemma’s
betrouwbaar
waakzaam
verantwoordelijk
...........................
I,1,2,3,4 6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,...29
Powered by FlippingBook