CZW20120081 - page 9

COMPETENTIEWIJZER
9
Competentie E. Samenwerken en overleggen
Werkprocessen
1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag (
BP 1.2,
BP 2.2, BP 3.2)
Componenten
anderen raadplegen en betrekken
Eindgedrag
Je raadpleegt de behandelaar op tijd bij twijfel over de urgentie.
2.2 Assisteert de behandelaar bij de medische handeling (BP 2.3, BP 3.3)
Componenten
anderen raadplegen en betrekken
Eindgedrag
Je overlegt tijdens de behandeling tijdig.
Je overlegt regelmatig tijdens de behandeling.
3.3 Stemt de werkzaamheden af (BP 1.1,
BP 1.4,
BP 2.4, AsG1, BP 3.4)
Componenten
afstemmen
Eindgedrag
Je overlegt regelmatig met collega’s en/of andere disciplines.
Je overlegt tijdig met de arts en andere disciplines.
Je voert bij onduidelijkheden of twijfel overleg.
Kennis. Je kent
Vaardigheden. Je kunt
Houding. Je bent
de verschillende vormen van het
communicatieproces
de gezondheidstoestand, en
mogelijke behandeling en/of
(medicatie)therapieën van de
zorgvrager
de werkzaamheden die verricht
moeten worden
de verschillende overlegvormen
beschikbare informatiesystemen
protocollen
apparatuur, materialen,
instrumenten en hulpmiddelen
de principes van samenwerken
verschillende disciplines die
betrokken zijn bij de behandeling
en hun werkzaamheden
verschillende vormen van
informatieverstrekking
vaktermen
methoden van conflicthantering
vergadertechnieken
behandelaar en collega’s, tijdig
inschakelen en bij de behandeling
betrekken
effectief communiceren tijdens de
behandeling
luisteren naar gevoelens en emoties van
zorgvrager
feedback ontvangen en op
constructieve wijze geven
binnen een vertrouwde context actief
deelnemen aan een discussie en hierin
je eigen standpunten uitleggen
kenbaar maken wat je kwaliteiten,
grenzen en valkuilen zijn
betrokkenheid bij anderen tonen
bijdragen aan een optimaal werkklimaat
een functionele samenwerkingsrelatie
hebben met een zorgvrager en met
diens naasten
het element van beroepshouding
‘respect tonen voor de cliënt’ integreren
bij de uitvoering van je eigen taken
in teamverband werken
open (naar
anderen)
respectvol
inlevend
zorgvuldig
hulpvaardig
coöperatief
motiverend (voor
anderen)
initiatiefrijk
gericht op feedback
meedenkend
beleefd
...........................
I,1,2,3,4,5,6,7,8 10,11,12,13,14,15,16,17,18,19,...29
Powered by FlippingBook