Table of Contents Table of Contents
Previous Page  19 / 34 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 19 / 34 Next Page
Page Background

1.1 

 Onderwijs in verandering

17

vraagt een aantal kinderen. Een deel van de klas kijkt nu richting juf Eline. ‘Het wordt een

leuke taalles’, verklapt ze. Hoe kan een taalles leuk zijn, ziet ze veel kinderen zich afvragen.

‘We gaan vandaag een taalles met een quiz doen. Jullie gaan die quiz in tweetallen invul-

len op een tablet. Hiervoor ga je woorden opzoeken in het woordenboek.’ ‘Ja, tablets!’,

wordt er van alle kanten door de klas geroepen. Juf Eline kijkt de klas rond. Ze zijn nog

geen vijf minuten verder maar er is een totale verandering opgetreden. De kinderen stralen

nu positieve energie uit, hebben zin in de les en zijn opgewonden over wat ze gaan doen.

Er is nu alle aandacht voor de juf. Zij vertelt hoe de quiz in zijn werk gaat. De kinderen zit-

ten klaar om te beginnen.

‘De tijd is om! Leg je woordenboek weg en we gaan beginnen aan de quiz. De tijd is

om!’ Het lijkt wel alsof het niet tot de kinderen doordringt. Ze zijn hard aan het werk en

willen alle vragen hebben beantwoord. Juf Eline ziet dat veel kinderen nog bezig zijn en

besluit om ze vijf minuten langer de tijd te geven.

Tijdens de quiz raken de kinderen niet uitgepraat over de vragen. ‘Welk antwoord had

jij?’, vraagt Sem aan Anne. ‘Ik had antwoord A en wij hebben alles kunnen opzoeken!’ ver-

telt Anne vol trots.

Het taaluurtje vliegt voorbij en juf Eline moet de les echt gaan beëindigen na de laatste

vraag van de quiz. Ze is erg tevreden. De kinderen hebben op een leuke manier kunnen

werken met een woordenboek. Zij hebben vaardigheden voor het opzoeken van woorden

opgedaan. Juf Eline weet dat de les voor de kinderen geslaagd is. Alle kinderen deden mee

en zijn trots op hun resultaten. Er hangt een prettige sfeer in de klas en het is eens een keer

jammer om de taalspullen op te ruimen. ‘Gaan we dit vaker doen, juf?’, vraagt Luuk. ‘Dat

weet ik wel zeker’, antwoordt juf Eline glimlachend.

Evelien Claessen, leerkracht in opleiding

De 21e-eeuwse vaardigheden leggen veel nadruk op talentontwikkeling om zo te

kunnen concurreren met andere landen. Dit is met name van belang op de gebie-

den waarop we ons als Nederland en Europa kunnen onderscheiden, zoals ken-

nisontwikkeling en het oplossen van problemen. Verder neemt de kans toe dat

leerlingen in hun latere beroep contacten met het buitenland zullen onderhouden.

Vooral China en India zijn wat dat betreft in opkomst. Dit betekent niet alleen dat

leerlingen andere talen moeten kunnen spreken (wellicht maken zij nog mee dat

voor dit probleem iets wordt uitgevonden), maar ook moeten ze andere culturen

kunnen begrijpen en om kunnen gaan met mensen uit andere culturen. Dit geldt

zowel voor contacten met en in andere landen, als voor het samenleven met ver-

schillende culturen in Nederland. Ook krijgen de jongeren van tegenwoordig in

toenemende mate te maken met problematiek in de hele wereld, zoals de vluchte-

lingenproblematiek als gevolg van oorlogen. Voor leerlingen is het belangrijk dat ze

inzicht krijgen in allerlei processen die zich in de wereld afspelen en in de kansen

en bedreigingen van technologische ontwikkelingen. Dit betekent meer nadruk op

maatschappijvakken, minder accent op Nederland en meer op de wereld als geheel,