14ZW4DAFB1

Doktersassistent - Serie 2014 14ZW4DAFB1

1 Doktersassistent Niveau 4 Fase

Serie 2014 Crebonummer 91310

Doktersassistent

Niveau 4

Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg & Welzijn (kwalificatiedossiers 2011, 2012, 2013 of 2014)

Fase 1 Crebonummer 91310

artikelnummer: 14ZW4DAFB1

Colofon

Dit is een uitgave van Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Manager Zorg & Welzijn I. Rabelink

Ontwikkelteam Doktersassistent M. Weltevrede (ontwikkelteamleider) A. Oteman-Poos

Eindredactie A. Brink M. Brok

Ontwerp/DTP H. Aalbersberg R. Bokma appeltje-n grafische ontwerpen

© 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Verantwoording Stichting Consortium Beroepsonderwijs heeft van alle haar bekende rechthebbenden op de in deze publicatie opgenomen teksten en afbeeldingen toestemming gekregen om deze te gebruiken.

www.consortiumbo.nl

Inhoud

Leerprestatie 1

4

Hoe leer ik?

Leerprestatie 2 Samenwerkend leren

12

Beroepsprestatie 1.1

20

De dagelijkse gang van zaken plannen, organiseren en uitvoeren (2014-da-bp1.1)

Beroepsprestatie 1.2

28

Intake, beleid bepalen, voorlichting en advies geven (2014-da-bp1.2)

Beroepsprestatie 1.3

36

Uitvoeren van verpleegtechnische handelingen, in opdracht van de arts (2014-da-bp1.3)

Beroepsprestatie 1.4

46

Verzorgen van het herhaalrecept onder begeleiding (2014-da-bp1.4)

* Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan ook worden gelezen: zorgvrager, patiënt. * Daar waar praktijk staat, kan ook simulatiepraktijk worden gelezen.

Leerprestatie 1 Hoe leer ik?

Werkprocessen met de competenties van deze leerprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen J Formuleren en rapporteren

1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling

M Analyseren

N Onderzoeken

W Gedrevenheid en ambitie tonen

1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren

N Onderzoeken

O Creëren en innoveren

1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren

A Beslissen en activiteiten initiëren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit

A Beslissen en activiteiten initiëren

Q Plannen en organiseren

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

Typering van deze leerprestatie

Leren begint niet voor iedereen op dezelfde manier. De een wil gewoon beginnen, de ander wil eerst over het onderwerp praten, lezen of uitleg krijgen. De manier waarop je met het leren begint, wordt een leerstijl genoemd. Om goed te kunnen leren is het belangrijk dat je, afhankelijk van de situatie, verschillende stijlen kunt toepassen. Je kunt je voorstellen dat wanneer je met mensen werkt, je niet zomaar iets kunt doen en dan maar zien hoe het uitpakt. In de beroepssituatie is het belangrijk dat je je werkzaamheden met het gewenste resultaat binnen een bepaalde tijd goed hebt afgerond.

4

Zorg & Welzijn serie 2014

Je leerstijl heeft te maken met je levenservaring en met de persoon die je bent. Ook je ervaringen op school en de situaties waarin je leert zijn van invloed. Een leerstijl is niet iets dat vaststaat. Door ervaringen in je leven en in je werk verander jij en dat kan dus ook je leerstijl veranderen. Tijdens de opleiding probeer je nieuwe manieren van leren uit; manieren die passen bij de situatie en bij dat wat je moet leren. Je kunt de gekozen manier van leren evalueren, benoemen wat je goed bevallen is, wat je opnieuw wilt gebruiken en wat je een volgende keer anders wilt doen. Het valt Yasmine op dat iedere student in de groep een eigen aanpak bij het leren heeft. Zelf vindt ze het prettig om eerst iets over het onderwerp te lezen. Ebel houdt er niet van met zijn neus in de boeken te zitten. Hij begint gewoon en ziet wel hoe het uitpakt. Gewoon lekker klooien. Als hij meer moet weten, dan verdiept hij zich er wel in. Hij vraagt anderen, googelt of zoekt het op. Fatima wil graag van tevoren weten wat ze precies moet doen. Ze vraagt veel aan de docent voordat ze ergens aan begint. Als iemand het haar vertelt, dan begrijpt ze het beter.

Opdrachten

A. Waar ben ik goed in? Schrijf vijf dingen op waar je goed in bent, die je kunt en waar je trots op bent. Dit kunnen verschillende dingen zijn: afwassen, luisteren, rekenen, sport, appeltaart bakken. Ga na wie of wat van invloed is geweest dat jij daar zo goed in bent geworden. Wat of wie heeft jou daarbij geholpen?

Bewijsstuk Collage WP 1.5: M

B. Wat mij helpt om te leren

Wat helpt jou om te leren? Denk aan: • een leraar die goed kan uitleggen of aandacht voor jou heeft • je ouders die je stimuleren

• het willen winnen van een wedstrijd • een tevreden klant in je bijbaantje ……

Wat kun je hiervan gebruiken voor je opleiding?

Bewijsstuk Overzicht van wat jou helpt om te leren WP 1.5: M, O

C. Wat is mijn leerstijl? Doe een test om je leerstijl te achterhalen. Wat herken je in de uitkomst en wat herken je niet? Als dit jouw leerstijl is, wat kun je dan verder ontwikkelen om optimaal te leren? Betrek hierin de overige leerstijlen.

Bewijsstuk Leerstijlentest met conclusies en hoe je optimaal kunt leren WP 1.2: N

5

Fase 1

Doktersassistent

D. Wat heb ik nodig om mezelf te ontwikkelen? Bespreek de resultaten van je leerstijlentest met die van groepsgenoten. • Welke verschillen en overeenkomsten zijn er in de leerstijlen? • Welke leerstijlen ga je verder ontwikkelen? • Wat heb je daarvoor nodig aan ondersteuning van je begeleider(s) en op welke manier? • Geef tips en tops aan je begeleider(s).

Bewijsstuk Tips en tops voor je begeleider(s) WP 1.2: O

E. Mijn manier van leren evalueren Je werkt in de opleiding aan verschillende opdrachten, zoals: • het schrijven van verslagen • het opdoen en toetsen van je kennis • het oefenen van vaardigheden

• het geven van presentaties • het maken van werkstukken • het werken aan (beroeps)prestaties.

Kies een aantal opdrachten die je al eens hebt uitgevoerd. Evalueer je manier van leren bij de uitvoering van iedere opdracht. Beschrijf per opdracht: • Wat nodigde je uit om deze opdracht te gaan doen? • Wat belemmerde jou in deze opdracht? • Wat was het resultaat van de opdracht? • Wat heb je geleerd van het uitvoeren van de opdracht? • Welke leerstijl heb je toegepast? • Wat had je anders kunnen doen voor een (nog) beter resultaat?

Bewijsstuk Evaluatieverslag WP 1.5: M, O

F. Mijn leerdoelen Welke persoonlijke leerdoelen haal je uit de uitgevoerde opdrachten in deze leerprestatie? Werk je leerdoelen uit in je persoonlijk ontwikkelplan en een plan van aanpak.

Bewijsstuk Persoonlijke leerdoelen in POP/PAP WP 1.1: J, M, N, W WP 1.3: A, M, O WP 1.4: A, Q

6

Zorg & Welzijn serie 2014

Resultaat van deze leerprestatie Je kent je persoonlijke doelen waaraan je gaat werken om optimaal de opleiding te kunnen volgen. Je weet wat je daarvoor moet ontwikkelen en welke taken je moet leren uitvoeren. Je weet wat daarvoor geschikte manieren van leren zijn. Met behulp van deze gegevens kun je jouw leerproces leren plannen en uitvoeren.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Collage • Overzicht van wat jou helpt om te leren • Leerstijlentest met conclusies en hoe je optimaal kunt leren • Tips en tops voor begeleider(s) • Evaluatieverslag • Persoonlijke leerdoelen in POP/PAP

7

Fase 1

Doktersassistent

Voortgangsbeoordelingslijst

Leerprestatie Hoe leer ik? Opleiding Doktersassistent niveau 4

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk Collage

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

laat zien wie of wat haar ontwikkeling in positieve zin beïnvloed heeft laat zien wie of wat haar heeft geholpen in haar ontwikkeling

{ { {

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Overzicht van wat jou helpt om te leren

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

beschrijft wat haar heeft geholpen om te leren

{ { {

O Creëren en innoveren

beschrijft welke ervaringen bij het leren zij kan gebruiken voor de opleiding

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

8

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk Leerstijlentest met conclusies en hoe je optimaal kunt leren

Werkproces 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Competenties De student:

G V O

N Onderzoeken

beschrijft haar leerstijl

{ { {

beschrijft de andere leerstijlen

{ { {

beschrijft hoe zij in de opleiding het beste kan leren

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Tips en tops voor je begeleider(s)

Werkproces 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Competenties De student:

G V O

O Creëren en innoveren

beschrijft welke ondersteuning zij nodig heeft bij het leren

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Evaluatieverslag

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

toont haar successen in het leren

{ { {

beschrijft wat haar helpt om te leren

{ { {

beschrijft wat haar belemmert om te leren

{ { {

beschrijft welke leerstijl zij heeft toegepast

{ { {

O Creëren en innoveren

beschrijft wat zij anders had kunnen doen voor een beter resultaat

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

9

Fase 1

Doktersassistent

Bewijsstuk Persoonlijke leerdoelen in -POP en PAP

Werkproces 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling Competenties De student:

G V O

J Formuleren en rapporteren

beschrijft in haar plan van aanpak duidelijk en concreet hoe ze gaat werken aan het realiseren van haar leerdoelen beschrijft hoe zij tot haar leerdoelen is gekomen legt uit welke aanpak geschikt is om haar leerdoelen te kunnen bereiken

{ { {

M Analyseren

{ { {

N Onderzoeken

{ { {

W Gedrevenheid en ambitie tonen beschrijft hoe zij verantwoordelijkheid neemt voor opdrachten, taken en het bereiken van haar leerdoelen Werkproces 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren Competenties De student: A Beslissen en activiteiten initiëren beschrijft de activiteiten die ze gaat ondernemen om zich te ontwikkelen

{ { {

G V O

{ { {

M Analyseren

legt uit welke leerstijlen passen bij deze activiteiten

{ { {

O Creëren en innoveren

beschrijft haar ideeën om zich te ontwikkelen

{ { {

Werkproces 1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit Competenties De student:

G V O

A Beslissen en activiteiten initiëren maakt een planning van leerdoelen die zij wil gaan ontwikkelen

{ { {

toont haar verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de planning toont in haar plan van aanpak de activiteiten die zij gaat ondernemen om haar leerdoelen te bereiken

{ { {

Q Plannen en organiseren

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

10

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling leerprestatie Hoe leer ik?

{ G oed aangetoond { V oldoende aangetoond { O nvoldoende aangetoond

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling: { BPV

{ Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling: { BPV

{ Opleiding

Datum:

Handtekening:

11

Fase 1

Doktersassistent

Leerprestatie 2 Samenwerkend leren

Werkprocessen met de competenties van deze leerprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen J Formuleren en rapporteren

1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling

M Analyseren

N Onderzoeken

W Gedrevenheid en ambitie tonen

1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren

N Onderzoeken

O Creëren en innoveren

1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren

A Beslissen en activiteiten initiëren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit

A Beslissen en activiteiten initiëren

Q Plannen en organiseren

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

Typering van deze leerprestatie

Samenwerken is belangrijk in je toekomstige beroep. Tijdens de opleiding werk je samen met medestudenten, collega’s en mensen uit je doelgroep. Omgaan met een medestudent, collega of cliënt is niet hetzelfde als omgaan met een vriend of vriendin. Soms klikt het, soms klikt het niet. Ook wanneer het niet klikt, moet je toch met elkaar samenwerken. Wanneer je dat kunt, dan ben je professioneel bezig. Samenwerken krijgt daarom veel aandacht binnen je opleiding, zowel op school als tijdens je BPV.

12

Zorg & Welzijn serie 2014

Yasmine zegt over haar opleiding: ‘Op school werken we veel in groepjes. Soms vind ik dit leuk, maar niet altijd. Voordat we de taken verdelen, wil ik eerst weten wat de opdracht is. Niet alle groepsgenoten willen dit. Zij gaan al direct aan de slag, terwijl ik nog niet begrijp wat precies de bedoeling is. Meestal is het werken in een groepje heel gezellig en leer ik mijn groepsgenoten goed kennen. Ook kan ik veel van hen leren.’

Opdrachten

A. Bijdragen aan de samenwerking Dit is een individuele opdracht. Schrijf op: • Waar je goed in bent als je samenwerkt. • Welke rol(len) neem jij op je in de samenwerking? • Wat vind je nog lastig of kun je nog niet zo goed als je samenwerkt?

Bewijsstuk Beschrijving van je bijdrage aan samenwerken WP 1.5: M

B. Een samenwerkingscontract opstellen Stel met elkaar een samenwerkingscontract op voor het uitvoeren van de opdrachten C., D., E. Dit doe je door: • uit te wisselen wat iedereen gaat bijdragen aan de samenwerking

• uit te wisselen wat iedereen nodig heeft om goed te kunnen samenwerken • informatie te zoeken over waar het samenwerkingscontract aan moet voldoen • met elkaar groepsregels op te stellen • afspraken te maken over de aanpak van de opdrachten.

Bewijsstuk Samenwerkingscontract met onderbouwing waarom dit een goed contract is WP 1.2: N, O

C. Een activiteit plannen en organiseren Organiseer samen een activiteit, bijvoorbeeld: ouderavond, oma-en-opa-dag, ‘eten met de buren’. Maak een plan van aanpak voor de voorbereiding en uitvoering van de activiteit. Dit doe je door: • met elkaar tot een keuze te komen voor een interessante en uitdagende activiteit • te onderzoeken wat er nodig is om de gekozen activiteit uit te voeren, onderbouw de keuzes • de werkvolgorde en werkverdeling vast te stellen

Bewijsstuk Plan van aanpak met onderbouwing WP 1.3: A, M, O

D. Het uitvoeren van de activiteit Voer de activiteit uit. Bewaak je eigen aandeel in de uitvoering. Kies samen een vorm voor het bewijsstuk waarmee je kunt voldoen aan de beoordelingscriteria.

Bewijsstuk Zelfgekozen vorm WP 1.4: A, Q

13

Fase 1

Doktersassistent

E. Evalueren Evalueer met de groep onderstaande punten. • Het proces van samenwerken:

- Benoem de sterke kanten en de leerpunten in de samenwerking als groep. - Wat zouden jullie de volgende keer anders doen? • Het product van samenwerken (het resultaat):

- Hebben jullie de doelen van de activiteit behaald? - Wat zouden jullie de volgende keer anders doen?

Bewijsstuk Groepsevaluatie WP 1.5: M, O

F. Reflecteren Schrijf een reflectieverslag over je ervaring bij het uitvoeren van deze leerprestatie. Betrek hierin ook je individuele voorbereiding op de leerprestatie (opdracht A.). • In het verslag beschrijf je: - De rol, taken en verantwoordelijkheden die jij hebt gehad bij de uitvoering van de opdrachten en leg uit waarom je die rol, taken en verantwoordelijkheid had. - Jouw sterke en zwakke kanten in de samenwerking (het proces). - Wat je de volgende keer anders zou doen. - Wat je leerdoelen zijn in de samenwerking en waarom. - Wat je kunt doen om aan deze doelen te werken en ze te bereiken.

Bewijsstuk Reflectieverslag WP 1.5: M, O WP 1.1: J, M, N, W

14

Zorg & Welzijn serie 2014

Resultaat van deze leerprestatie Je weet welke beroepsvaardigheden nodig zijn als je met anderen samenwerkt. Je hebt de vaardigheden toegepast bij de opdrachten in deze leerprestatie. Je weet welke vaardigheden jij bezit en benoemt welke je verder gaat ontwikkelen tijdens de opleiding.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Individuele voorbereiding op de opdrachten in de leerprestatie • Het samenwerkingscontract met onderbouwing • Het plan van aanpak met onderbouwing

• Groepsevaluatie • Reflectieverslag

15

Fase 1

Doktersassistent

Voortgangsbeoordelingslijst

Leerprestatie Samenwerkend leren Opleiding Doktersassistent niveau 4

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk Beschrijving van je bijdrage aan samenwerken

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

beschrijft haar sterke kanten bij samenwerken

{ { {

beschrijft de rol(len) die zij op zich neemt bij samenwerken beschrijft haar leerpunten bij samenwerken

{ { {

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Samenwerkingscontract met onderbouwing waarom dit een goed contract is

Werkproces 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Competenties De student:

G V O

N Onderzoeken

geeft een onderbouwing waarom het samenwerkingscontract goed is

{ { {

O Creëren en innoveren

stelt met de groepsleden groepsregels op voor de samenwerking stelt met de groepsleden een samenwerkingscontract op voor het uitvoeren van een activiteit

{ { {

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

16

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk Plan van aanpak met onderbouwing

Werkproces 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren Competenties De student: A Beslissen en activiteiten initiëren heeft in het plan van aanpak de juiste activiteiten gekozen om de opdracht uit te voeren

G V O

{ { {

M Analyseren

legt uit wat nodig is om de gekozen activiteit uit te voeren legt uit waarom de activiteit interessant en uitdagend is

{ { {

O Creëren en innoveren

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Zelfgekozen vorm

Werkproces 1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit Competenties De student:

G V O

A Beslissen en activiteiten initiëren toont haar bijdrage aan de uitvoering van de gekozen activiteit aan

{ { {

toont haar verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de activiteit aan toont haar bijdrage aan de planning en uitvoering van de activiteit aan

{ { {

Q Plannen en organiseren

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Groepsevaluatie

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

benoemt de sterke kanten en de leerpunten in de samenwerking als groep benoemt het resultaat van de activiteit en wat zij de volgende keer anders zou doen

{ { {

O Creëren en innoveren

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

17

Fase 1

Doktersassistent

Bewijsstuk Reflectieverslag

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

beschrijft haar rol in de samenwerking

{ { {

beschrijft de taken die zij heeft uitgevoerd

{ { {

beschrijft de verantwoordelijkheid die zij heeft gehad

{ { {

beschrijft haar sterke en zwakke kanten

{ { {

O Creëren en innoveren

beschrijft wat zij anders zou willen doen voor een beter resultaat en/of een betere samenwerking

{ { {

Werkproces 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling Competenties De student:

G V O

J Formuleren en rapporteren

beschrijft duidelijk en concreet haar persoonlijke leerdoelen op het gebied van samenwerken beschrijft hoe zij tot haar leerdoelen is gekomen legt uit welke aanpak geschikt is om haar leerdoelen te kunnen bereiken

{ { {

M Analyseren

{ { {

N Onderzoeken

{ { {

W Gedrevenheid en ambitie tonen beschrijft hoe zij verantwoordelijkheid neemt voor het bereiken van haar leerdoelen

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

18

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling leerprestatie Samenwerkend leren

{ G oed aangetoond { V oldoende aangetoond { O nvoldoende aangetoond

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling: { BPV

{ Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling: { BPV

{ Opleiding

Datum:

Handtekening:

19

Fase 1

Doktersassistent

Beroepsprestatie 1.1 De dagelijkse gang van zaken plannen, organiseren en uitvoeren (2014-da-bp1.1)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen

2.1 Maakt de behandelruimte, materialen en middelen gereed voor de behandeling

L Materialen en middelen inzetten

3.3 Stemt de werkzaamheden af

E Samenwerken en overleggen

Q Plannen en organiseren

3.5 Voert administratieve taken uit

J Formuleren en rapporteren

T Instructies en procedures opvolgen

20

Zorg & Welzijn serie 2014

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie De doktersassistent kan werkzaam zijn binnen diverse werkvelden zoals de (solo- en groeps-) huisartsenpraktijk, huisartsenpost, (poli)klinieken, Gemeentelijke Gezondheids Dienst (GGD), bloedtransfusiedienst, Jeugd Gezondheids Zorg (JGZ), Arbo-dienst, laboratorium, verpleeghuizen en medische dienst. Iedere praktijk heeft eigen procedures en regels. Geen enkele praktijk is daarbij hetzelfde. Toch zijn er veel zaken die op dezelfde manier verlopen. Een doktersassistente moet, in welke praktijk zij ook werkt, kunnen plannen en organiseren om een dag in de praktijk goed te laten verlopen. Marieke loopt stage in een huisartsenpraktijk. Het is vandaag haar eerste stagedag en het is 07.45 uur. Om 08.00 uur opent de huisartsenpraktijk. Marieke start de computers op, zodat ze meteen samen met haar be- geleidster Mirjam kan kijken naar de meldingen van de huisartsenpost. Ze maken samen de behandelkamers gebruiksklaar. Mirjam schakelt het antwoordapparaat om 8.00 uur uit. De eerste patiënten melden zich aan de balie. Het spreekuur begint en het is meteen een drukte van belang. Hanneke loopt stage bij Loes op de polikliniek chirurgie. Het is vandaag haar eerste stagedag en het is 07.45 uur. Om 08.00 uur starten de spreekuren van de chirurgen. Hanneke en Loes maken de behandelruimtes gebruiksklaar en bereiden de afspraken voor aan de hand van de afsprakenlijst van vandaag. De eerste patiënten melden zich aan de balie. In de loop van de morgen wordt er door een huisarts gebeld voor een spoedafspraak. Hanneke plant deze afspraken in en informeert de patiënten in de wachtruimte.

21

Fase 1

Doktersassistent

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ gesloten context

{ geleid

3 uitvoeren van het eigen takenpakket

3 open context

3 begeleid

3 jouw samenwerking met collega’s

{ complexe context

{ zelfstandig*

{ de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie De student heeft inzicht in de organisatie van de dagelijkse gang van zaken. De student kan omgaan met het informatiesysteem, stemt de werkzaamheden af en neemt deel aan werkoverleg. Daarnaast kan de student een behandelruimte onderhouden.

22

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdracht

A. Plan en organiseer de dagelijkse gang van zaken • Je staat mensen aan de balie te woord. • Je neemt de telefoon aan en staat de zorgvrager op correcte wijze te woord. • Je verzorgt de correspondentie. • Je houdt de patiëntenadministratie bij. • Je inventariseert of er nog voldoende instrumenten, materialen en formulieren aanwezig zijn en plaatst indien nodig een bestelling. • Je bereidt de afspraken voor. • Je bewaakt de voortgang van het spreekuur. • Je maakt de behandelkamers gebruiksklaar en ruimt deze na gebruik weer op. • Je controleert de apparatuur en maakt deze gebruiksklaar.

Gedragsbeoordeling: WP 2.1: L en WP 3.3: E, Q en WP 3.5: J, T

Bewijsstukken

Lever het volgende bewijsstuk aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst

23

Fase 1

Doktersassistent

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 1.1 De dagelijkse gang van zaken plannen, organiseren en uitvoeren (2014-da-bp1.1) Opleiding Doktersassistent niveau 4

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 2.1 Maakt de behandelruimte, materialen en middelen gereed voor de behandeling Competenties De student: G V O L Materialen en middelen inzetten legt de juiste materialen en middelen klaar { { { werkt systematisch { { { gaat op correcte wijze met de materialen en middelen om { { { Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

24

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af Competenties De student:

G V O

E Samenwerken en overleggen

overlegt regelmatig met collega’s en/of andere disciplines plant en organiseert de werkzaamheden in een logische volgorde

{ { {

Q Plannen en organiseren

{ { {

hanteert een realistische tijdplanning

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 3.5 Voert administratieve taken uit Competenties De student:

G V O

J Formuleren en rapporteren

registreert, verwerkt en archiveert relevante gegevens in het informatiesysteem

{ { {

verzorgt correspondentie

{ { {

T Instructies en procedures opvolgen werkt volgens de procedures van de praktijk

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

25

Fase 1

Doktersassistent

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 1.1 De dagelijkse gang van zaken plannen, organiseren en uitvoeren (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) { G oed aangetoond

{ V oldoende aangetoond { O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling: { BPV

{ Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling: { BPV

{ Opleiding

Datum:

Handtekening:

26

Zorg & Welzijn serie 2014

27

Fase 1

Doktersassistent

Beroepsprestatie 1.2 Intake, beleid bepalen, voorlichting en advies geven (2014-da-bp1.2)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen D Aandacht en begrip tonen

1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag

E Samenwerken en overleggen

F Ethisch en integer handelen

K Vakdeskundigheid toepassen

T Instructies en procedures opvolgen

1.2 Geeft voorlichting en advies

I Presenteren

L Materialen en middelen inzetten

R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

28

Zorg & Welzijn serie 2014

3.5 Voert administratieve taken uit

J Formuleren en rapporteren

T Instructies en procedures opvolgen

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie In de praktijk is er contact met zorgvragers zowel aan de balie als telefonisch. De zorgvrager heeft een vraag of een medische klacht. De doktersassistent verheldert de zorgvraag door middel van de intake en bepaalt, door het stellen van de juiste relevante vragen, het beleid. Hiervoor zijn er allerlei standaarden, waaronder de telefoonwijzer en/of triagewijzer. Het is belangrijk altijd te kunnen beargumenteren waarom juist dié vragen zijn gesteld en dát beleid is gekozen.

Meneer L. de Wit (geb. 23-09-1982) belt naar de poli-chirurgie. Vier dagen geleden is zijn blindedarm (appendix) verwijderd. Nu lijkt de wond ontstoken en heeft hij koorts.

Mevrouw W.H. Hummel (geb. 07-08-1978) belt naar de huisartsenpraktijk. Ze moet de laatste tijd zo hoesten en wil graag een middel ter verlichting.

29

Fase 1

Doktersassistent

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ gesloten context

{ geleid

3 uitvoeren van het eigen takenpakket

3 open context

3 begeleid

3 jouw samenwerking met collega’s

{ complexe context

{ zelfstandig*

{ de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie

De student kan: • een zorgvrager met een eenvoudige zorgvraag te woord staan • de zorgvrager, met een eenvoudige zorgvraag, voorlichting en advies geven • de gegevens van deze gesprekken in het informatiesysteem verwerken.

30

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. De zorgvraag vaststellen en advies geven Je voert gesprekken met zorgvragers aan de telefoon of aan de balie. Je stelt de zorgvraag vast en je verwerkt relevante gegevens in het informatiesysteem.

Gedragsbeoordeling: WP 1.1: D, E, F, K, T en WP 1.2: I, L, R en WP 3.5: J, T

B. Casuïstiek in een verslag verwerken Je verheldert eenvoudige zorgvragen en bepaalt het beleid. Je verantwoordt de vragen die je hebt

gesteld en het beleid dat je hebt gekozen. Beschrijf de casuïstiek van vijf gesprekken.

Verslag: WP 1.1: D, E, F, K, T

C. Reflectieverslag schrijven Schrijf een reflectieverslag over één van de gevoerde gesprekken, waarin je aantoont dat je ethisch en integer kunt handelen en aandacht en begrip voor de patiënt hebt gehad.

Reflectieverslag: WP 1.1: D, F

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Verslag met casuïstiek • Reflectieverslag

31

Fase 1

Doktersassistent

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 1.2 Intake, beleid bepalen, voorlichting en advies geven (2014-da bp1.2) Opleiding Doktersassistent niveau 4

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag Competenties De student:

G V O

D Aandacht en begrip tonen

laat non-verbale signalen zien die aandacht en interesse tonen overlegt met collega’s of andere disciplines

{ { {

E Samenwerken en overleggen

{ { {

F Ethisch en integer handelen

respecteert de zorgvrager

{ { {

gaat discreet om met gevoelige en vertrouwelijke informatie

{ { {

handelt onbevooroordeeld

{ { {

K Vakdeskundigheid toepassen

brengt het probleem in kaart met gebruik van haar medische kennis

{ { {

T Instructies en procedures opvolgen maakt gebruik van de triagemethodieken

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

32

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 1.2 Geeft voorlichting en advies Competenties De student:

G V O

I Presenteren

geeft voorlichting en advies over diverse onderwerpen

{ { {

geeft duidelijke uitleg door gebruik van heldere taal

{ { {

geeft correcte uitleg

{ { {

gebruikt een goed spreektempo

{ { {

L Materialen en middelen inzetten kiest voor de voorlichting de juiste materialen

{ { {

R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

luistert actief

{ { {

vraagt naar de wensen en behoeften van de zorgvrager

{ { {

stemt de informatie af op de zorgvrager

{ { {

vraagt of de gegeven informatie duidelijk is

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 3.5 Voert administratieve taken uit Competenties De student:

G V O

J Formuleren en rapporteren

registreert, verwerkt en archiveert relevante gegevens in het informatiesysteem

{ { {

T Instructies en procedures opvolgen werkt volgens de procedures van de praktijk

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

33

Fase 1

Doktersassistent

Bewijsstuk B. Verslag met casuïstiek

Werkproces 1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag Competenties De student beschrijft:

G V O

D Aandacht en begrip tonen

hoe zij aandacht en interesse voor de zorgvrager toont welk overleg zij heeft gehad, met wie en waarom

{ { {

E Samenwerken en overleggen

{ { {

F Ethisch en integer handelen

hoe zij de zorgvrager respecteert

{ { {

hoe zij discreet omgaat met gevoelige en vertrouwelijke informatie

{ { {

hoe zij onbevooroordeeld handelt

{ { {

K Vakdeskundigheid toepassen

hoe zij het probleem in kaart brengt met gebruik van haar medische kennis

{ { {

T Instructies en procedures opvolgen hoe zij gebruik maakt van de triagemethodieken

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk C. Reflectieverslag

Werkproces 1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de zorgvraag Competenties De student beschrijft:

G V O

D Aandacht en begrip tonen

hoe zij aandacht en interesse voor de zorgvrager toont

{ { {

F Ethisch en integer handelen

hoe zij de zorgvrager respecteert

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

34

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 1.2 Intake, beleid bepalen, voorlichting en advies geven (s.v.p. aankruisen wat van toepassing is) { G oed aangetoond

{ V oldoende aangetoond { O nvoldoende aangetoond

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling: { BPV

{ Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling: { BPV

{ Opleiding

Datum:

Handtekening:

35

Fase 1

Doktersassistent

Beroepsprestatie 1.3 Uitvoeren van verpleegtechnische handelingen, in opdracht van de arts (2014-da-bp1.3)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen

2.1 Maakt de behandelruimte, materialen en middelen gereed voor de behandeling 2.3 Voert handelingen uit in het kader van de individuele gezondheidszorg

L Materialen en middelen inzetten

K Vakdeskundigheid toepassen

L Materialen en middelen inzetten

S Kwaliteit leveren

T Instructies en procedures opvolgen

36

Zorg & Welzijn serie 2014

2.4 Begeleidt en informeert de zorgvrager

D Aandacht en begrip tonen

I Presenteren

R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

3.5 Voert administratieve taken uit

J Formuleren en rapporteren

T Instructies en procedures opvolgen

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie De doktersassistent voert verpleegtechnische handelingen uit in opdracht van de arts volgens wettelijke protocollen en richtlijnen. Ook werkt zij volgens de geldende procedures van de praktijk.

Vanmiddag komt mevrouw A. Wolkers (geb. 25-06-1967) op de polikliniek chirurgie om de hechtingen na een darmoperatie te laten verwijderen.

In de huisartsenpraktijk komen mevrouw Beel en Jan Marcus aan de balie. Mevrouw G. Beel-Jonkers (geb. 30-08-48) komt met een potje urine. Ze vraagt of haar urine onderzocht kan worden. Ze denkt dat ze weer blaasontsteking heeft. Jan Marcus (geb.31-10-2000) heeft 2 wratjes onder zijn voet. Deze zitten op een vervelende plaats en Jan heeft er last van tijdens het lopen. Daarom moeten ze worden verwijderd. Jan is door de arts naar jouw spreekuur doorverwezen.

Bij de Arbodienst komt meneer K.P. Willems (geb. 27-01-1946) bij je langs. Hij vraagt of jij zijn bloeddruk wil meten. Hij is bang dat deze te hoog is.

37

Fase 1

Doktersassistent

2

Plannen

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

3 gesloten context

{ geleid

3 uitvoeren van het eigen takenpakket

{ open context

3 begeleid

{ jouw samenwerking met collega’s

{ complexe context

{ zelfstandig*

3 de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie

De student kan: • een behandelruimte voorbereiden voor een verpleegtechnische handeling en na afloop weer opruimen • de behandelaar assisteren bij eenvoudige handelingen

• eenvoudige verpleegtechnische handelingen onder begeleiding uitvoeren • de gegevens van de zorgvrager in het informatiesysteem verwerken.

38

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De competenties uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Verpleegtechnische handelingen uitvoeren Je voert verpleegtechnische handelingen uit in opdracht van de arts. Bij het uitvoeren hiervan werk je volgens de protocollen en werkprocedures van de praktijk. Een aantal handelingen kunnen voorbehouden handelingen zijn. Je legt de juiste instrumenten en materialen klaar, voert de handeling uit en rapporteert de gegevens in het patiëntendossier.

Gedragsbeoordeling: WP 2.1: L en WP 2.3: K, L, S, T en WP 2.4: D, I, R en WP 3.5: J, T

B. Overzicht van tien verpleegtechnische handelingen Maak een overzicht van tien verpleegtechnische handelingen die je uit kunt voeren. Geef bij elke handeling aan wat het doel is, welke medische gegevens van de zorgvrager relevant zijn om te weten en welke materialen en middelen nodig zijn voor de handeling.

Overzicht: WP 2.3: K, L, T

C. Beoordeling van de handelingen Oefen de handelingen uit het overzicht en laat jezelf twee keer beoordelen op de uitvoering van de handelingen. Laat je beoordelaar de handelingen aftekenen. Noteer je leerpunten indien de handeling nog niet foutloos gaat.

Beoordeling: WP 2.1: L en WP 2.3: S, T

D. Reflectieverslag Reflecteer op één van de uitgevoerde handelingen, door middel van een reflectieverslag en volgens de STARRT-methodiek.

Reflectieverslag: WP 2.3: K, S en WP 2.4: I

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Overzicht van tien verpleegtechnische handelingen • Overzicht beoordeling van de verpleegtechnische handelingen • Reflectieverslag over één van de handelingen

39

Fase 1

Doktersassistent

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 1.3 Uitvoeren van verpleegtechnische handelingen, in opdracht van de arts (2014-da-bp1.3) Opleiding Doktersassistent niveau 4

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 2.1 Maakt de behandelruimte, materialen en middelen gereed voor de behandeling Competenties De student: G V O L Materialen en middelen inzetten legt de juiste materialen en middelen klaar { { { zorgt ervoor dat de instrumenten na afloop worden schoongemaakt { { { ruimt na afloop van de behandeling de behandelruimte op { { { Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

40

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 2.3 Voert handelingen uit in het kader van de individuele gezondheidszorg Competenties De student:

G V O

K Vakdeskundigheid toepassen

gebruikt vakkennis en vaardigheden om efficiënt te handelen

{ { {

is in staat accuraat te rekenen

{ { {

L Materialen en middelen inzetten zet materialen en middelen zo efficiënt mogelijk in

{ { {

is op de hoogte ven de werking van de materialen en middelen die worden gebruikt voert de verpleegtechnische handeling in één keer goed uit

{ { {

S Kwaliteit leveren

{ { {

hanteert de kwaliteitseisen van de praktijk

{ { {

T Instructies en procedures opvolgen voert de handelingen uit volgens protocol van de praktijk

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 2.4 Begeleidt en informeert de zorgvrager Competenties De student:

G V O

D Aandacht en begrip tonen

herkent wanneer de zorgvrager het moeilijk heeft voorafgaand of tijdens een behandeling

{ { {

I Presenteren

geeft voorlichting en advies

{ { {

geeft duidelijke en correcte uitleg

{ { {

gebruikt heldere taal

{ { {

hanteert een goed spreektempo

{ { {

R Op behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

luistert actief

{ { {

vraagt naar de wensen en behoeften van de zorgvrager stemt de informatie af op de vermogens van de zorgvrager vraagt of de gegeven informatie duidelijk is

{ { {

{ { {

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

41

Fase 1

Doktersassistent

Bewijsstuk A. Gedragsbeoordeling

Werkproces 3.5 Voert administratieve taken uit Competenties De student:

G V O

J Formuleren en rapporteren

registreert, verwerkt en archiveert de zorgvraag en het advies in het informatiesysteem

{ { {

T Instructies en procedures opvolgen werkt volgens de procedures van de praktijk

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk B. Overzicht van tien verpleegtechnische handelingen

Werkproces 2.3 Voert handelingen uit in het kader van de individuele gezondheidszorg Competenties De student beschrijft:

G V O

K Vakdeskundigheid toepassen

het doel van de handeling

{ { {

de medische kennis die relevant is voor de handeling

{ { {

L Materialen en middelen inzetten welke materialen en middelen nodig zijn voor de handeling T Instructies en procedures opvolgen welk protocol gevolgd wordt voor de handeling

{ { {

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk C. Beoordeling van de verpleegtechnische handelingen

Werkproces 2.1 Maakt de behandelruimte, materialen en middelen gereed voor de behandeling Competenties De student is beoordeeld op: G V O L Materialen en middelen inzetten het klaarzetten van de juiste materialen en middelen { { { Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

42

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk C. Beoordeling van de verpleegtechnische handelingen

Werkproces 2.3 Voert handelingen uit in het kader van de individuele gezondheidszorg Competenties De student is beoordeeld op:

G V O

S Kwaliteit leveren

het noteren van leerpunten naar aanleiding van het uitvoeren van de handeling

{ { {

T Instructies en procedures opvolgen het volgen van het protocol voor de handeling

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk D. Reflectieverslag

Werkproces 2.3 Voert handelingen uit in het kader van de individuele gezondheidszorg Competenties De student beschrijft:

G V O

K Vakdeskundigheid toepassen

hoe vakkennis en vaardigheden zijn toegepast

{ { {

S Kwaliteit leveren

hoe de verpleegtechnische handeling is uitgevoerd

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk D. Reflectieverslag

Werkproces 2.4 Begeleidt en informeert de zorgvrager Competenties De student beschrijft:

G V O

I Presenteren

welke voorlichting en advies aan de zorgvrager is gegeven

{ { {

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

43

Fase 1

Doktersassistent

Made with