2014 Handleiding examens VZ

Deze interactieve publicatie is gemaakt met gebruik van FlippingBook - een online streamingdienst voor PDF's. Je hoeft niets te downloaden of ergens op te wachten. Open het document en begin direct te lezen!

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens

Verzorgende-IG

serie 2014

Colofon

Dit is een uitgave van Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Manager Zorg & Welzijn

I. Rabelink

Ontwikkelteam Verzorgende-IG

R. van der Hoek (ontwikkelteamleider)

F. Koster-Holtman

I. Kolen

L. Wesseling

M. Polman

P. Mertens-Debats

Eindredactie

A. Brink

M. Brok

2

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Inleiding

Deze handleiding is bestemd voor examenkandidaten en alle anderen die betrokken zijn bij de

uitvoering en beoordeling van de examens van de opleiding Verzorgende-IG, serie 2014 van het

Consortium Beroepsonderwijs. De serie 2014 is in te zetten voor de kwalificatiedossiers van 2011,

2012, 2013 en 2014.

In deze handleiding wordt per examen gebruikersinformatie verstrekt.

3

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Algemeen: Deze examens vinden plaats in situaties met middencomplexe zorg.

Onderstaand vindt u een hulpmiddel om de complexiteit van zorg te bepalen.

Vaststellen complexiteit van zorg

Geef per item A tot en met H een score van 1 tot 4. Doe dit door het betreffende cijfer te

omcirkelen. Doorloop hiertoe de vragen die bij de verschillende items beschreven staan.

A.

Stabiliteit en voorspelbaarheid van de zorgsituatie

SCORE

Hoe stabiel is de zorgsituatie?

1 2 3 4

1. De situatie is stabiel, voorspelbaar en de zorg voor de zorgvrager is voor

meer dan drie dagen te plannen

2. De situatie is wisselend, maar wel voorspelbaar, de zorg voor de

zorgvrager is voor twee tot drie dagen in grove mate te plannen

3. De situatie is onvoorspelbaar, een frequente herziening van de planning

van zorg, op kort termijn (één tot twee dagen), is nodig

4. De situatie is sterk wisselend en onvoorspelbaar, constante herziening

van zorg op zeer kort termijn (binnen één dag) voor de zorgvrager is

nodig

Stabiel staat voor: evenwichtig, onveranderlijk en duurzaam. Een stabiele situatie is een situatie

die nauwelijks wordt beïnvloed door het ziekte/aandoening/stoornis; er zijn geen nieuwe klachten

en verschijnselen dan de reeds bestaande te verwachten. De verpleegkundige interventies hebben

een routinematig karakter, meestal terug te vinden in een protocol of standaardprocedure.

Bij Voorspelbaarheid gaat het om het tijdsbestek waarmee de wisselingen in de

gezondheidstoestand van de patiënt optreden. Dit varieert van lang termijn (meer dan drie dagen)

tot kort termijn (binnen één dag).

B.

Kans op een risicovolle situatie

1 2 3 4

Hoe groot is de kans dat er een risicovolle situatie optreedt?

1.

Geen kans op een risicovolle situatie

2. Geringe kans op een risicovolle situatie

3.

Grote kans op een risicovolle situatie

4. Vrijwel zeker kans op een risicovolle situatie

Risicovol verwijst naar de mate van schade van de situatie voor de zorgvrager op lichamelijk en/of

psychosociaal gebied; dit kan variëren van lichte schade tot levensbedreigende schade. Je

beoordeelt in welke mate er complicaties te voorspellen zijn en tevens de ernst van de

complicaties.

C.

Coördinatie met andere hulpverleners

1 2 3 4

Met hoeveel hulpverleners, naast de verzorgenden en de behandelend arts,

krijgt de zorgvrager gedurende de zorg vanuit de zorgorganisatie te maken?

1.

Geen enkele andere hulpverlener

2.

Met 1 of 2 andere hulpverleners

3.

Met 3 of 4 andere hulpverleners

4. Met meer dan 4 andere hulpverleners

D.

Gebruik van verpleegtechnische hulpmiddelen

1 2 3 4

In hoeverre is het gebruik van verpleegtechnische hulpmiddelen

noodzakelijk?

1.

Niet noodzakelijk

2. Eenvoudige verpleegtechnische hulpmiddelen zijn nodig

3. Een complexer verpleegtechnisch hulpmiddel is nodig

4. Meerdere verpleegtechnische hulpmiddelen zijn nodig

4

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Hierbij dient onderscheid gemaakt te worden in eenvoudige verpleegtechnische hulpmiddelen

zoals een dekenboog of leestafel en complexere verpleegtechnische hulpmiddelen zoals drainage-

apparatuur, infusen en infuuspompen.

E.

ADL-zelfstandigheid van de patiënt

1 2 3 4

De indicatoren voor de mate van ADL-zelfstandigheid zijn:

De zorgvrager kan zonder hulp:

* in en uit bed komen

* aan- en uitkleden

* gebruik maken van het toilet

* zichzelf lichamelijk verzorgen

* eten en drinken

* zich verplaatsen

1. De zorgvrager voldoet aan alle ADL-indicatoren

2. De zorgvrager voldoet aan 4 of 5 ADL-indicatoren

3. De zorgvrager voldoet aan 1, 2 of 3 ADL-indicatoren

4. De zorgvrager is in het geheel niet ADL-zelfstandig

F.

Emotionele ondersteuning aan de zorgvrager en naasten

1 2 3 4

In hoeverre behoeft de zorgvrager en/of diens naaste emotionele ondersteuning van de

verzorgende gericht op de verwerking van zijn/haar ziekte/aandoening/stoornis

1. Behoeft normale aandacht en inspanning

2. Behoeft extra aandacht en inspanning

3. Behoeft grote aandacht en inspanning

4.

Behoeft alle aandacht en inspanning

Bij 'extra aandacht' is de zorgvrager en/of diens naaste wel in staat keuzen te maken die bijdragen

tot een verwerking van zijn/haar ziekte/aandoening/stoornis.

Bij 'grote aandacht' is de zorgvrager en/of diens naaste weinig tot niet in staat keuzen te maken.

G.

Mate van adequate communicatie tussen verzorgende

en de zorgvrager

De zorgvrager communiceert op een begrijpelijke en adequate wijze door

middel vanspreken, schrijven, gebaren, luisteren en zien.

1 2 3 4

(5 communicatie-indicatoren)

1. De zorgvrager communiceert adequaat d.m.v. 5 indicatoren

2. De zorgvrager communiceert adequaat d.m.v. 3-4 indicatoren

3. De zorgvrager communiceert adequaat d.m.v. 1-2 indicatoren

4. De zorgvrager is niet in staat adequaat te communiceren

H.

Meerdere ziektebeelden/aandoeningen/verstoringen die elkaar

beïnvloeden

1 2 3 4

In hoeverre is er sprake van meerdere

ziektebeelden/aandoeningen/verstoringen die elkaar beïnvloeden?

1. De zorgvrager heeft 1 ziektebeeld/aandoening/stoornis

2. De zorgvrager heeft 2 ziektebeelden/aandoeningen/verstoringen

die elkaar niet beïnvloeden

3. De zorgvrager heeft 2 ziektebeelden/aandoeningen/verstoringen

die elkaar enigszins beïnvloeden

4. De zorgvrager heeft 2 ziektebeelden/aandoeningen/verstoringen

die elkaar sterk beïnvloeden

5

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Tel de gegeven scores op: TOTAALSCORE

Bij een score van 8 tot en met 17 is er sprake van een laagcomplexe zorgsituatie.

Bij een score van 18 tot en met 23 is er sprake van een middencomplexe zorgsituatie.

Bij een score van 24 tot en 32 is er sprake van een hoogcomplexe zorgsituatie.

6

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Examen 1 Verlenen van basiszorg

(2014-vz-ig3-e1)

Instructie

In dit examen wordt werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en

welbevinden beoordeeld. Het is dan ook belangrijk dat de examenkandidaat bij de keuze van

zorgvragers er op let dat dit hele werkproces beoordeeld kan worden. Bij de keuze van

zorgvragers moet tevens gelet worden op de complexiteit van zorg. Voor deze opdracht kunnen

één of meerdere zorgvragers gekozen worden. Indien mogelijk, is het wenselijk om naast

persoonlijke zorg, voor terminale zorg te kiezen.

Het tweede gedeelte van examen 1 gaat over werkproces 1.11 Evalueert de zorgverlening.

Dit werkproces wordt door middel van 2 opdrachten beoordeeld. Opdracht 1 is het evalueren van

de zorg. De examenkandidaat kan ervoor kiezen om voor deze evaluatie dezelfde zorgvragers te

kiezen als in het eerste deel van het examen. Als er andere zorgvragers gekozen worden, moeten

dit weer zorgvragers zijn met middencomplexe zorgproblemen. Bij opdracht 2 beschrijft de

examenkandidaat op basis van welke overwegingen zij tot deze evaluatie is gekomen. Het

beroepsproduct dat zij daarbij inlevert, wordt door een vertegenwoordiger uit de beroepspraktijk

beoordeeld op authenticiteit, d.w.z. de vertegenwoordiger uit de beroepspraktijk controleert of dit

daadwerkelijk door de examenkandidaat geschreven is ten behoeve van een situatie in de praktijk.

7

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Examen 2 Verpleegtechnische vaardigheden bekwaam uitvoeren

(2014-vz-ig3-e2)

Instructie

Dit examen gaat over het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen. Alle handelingen die in

de bijlage genoemd worden, dient de examenkandidaat bekwaam uit te voeren. Daarvoor wordt

iedere handeling beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria. Nadat alle handelingen

beoordeeld zijn, kan het werkproces in zijn totaliteit beoordeeld worden. De wet BIG is een

wettelijke vereiste binnen dit werkproces. Om dit werkproces te kunnen beoordelen moet dit

werkproces door bevoegde en bekwame, dus onder de wet BIG vallende, verzorgenden of

verpleegkundigen beoordeeld en ingevuld worden.

De examenkandidaat gebruikt de aftekenlijst in de bijlage om de beoordeling per handeling bij te

houden. De beoordeling van het werkproces vindt plaats aan de hand van de instructies in de

bijlage.

De school zal, eventueel in overleg met de praktijk, een mogelijkheid bieden om de vaardigheden

die niet in de BPV kunnen worden uitgevoerd, in een simulatieomgeving te laten beoordelen.

Bij opdracht 2 schrijft de examenkandidaat een verslag over de verpleegtechnische en

voorbehouden handeling(en) die ze heeft uitgevoerd. Hiervoor dient de examenkandidaat een

zorgvrager met middencomplexe zorgproblemen te kiezen.

Voor de KZ geldt dat partusassistentie een verplicht te beoordelen vaardigheid is.

Deze moet altijd geëxamineerd worden. Omdat partusassistentie verlenen een apart werkproces

is, wordt dit apart geëxamineerd. De examenkandidaat in de KZ maakt voor opdracht 2 een

verslag over haar taken tijdens de bevalling.

Werkproces 1.8 Geeft voorlichting, advies en instructie

Instructie

Opdracht 1: In het examen over dit werkproces kiest de examenkandidaat weer één of meerdere

zorgvragers met middencomplexe zorgproblemen. Op basis van een door de examenkandidaat

gemaakt voorlichtingsplan, geeft de examenkandidaat voorlichting of advies.

Kies uit het overzicht in deze gebruikershandleiding een onderwerp dat relevant is binnen de

branche waar je werkzaam bent. Over het gekozen onderwerp ga je de zorgvrager voorlichting en

advies geven.

Opdracht 2: De examenkandidaat maakt een instructieplan voor een groep en voert de instructie

volgens plan uit. Het instructieplan dat zij daarbij inlevert, wordt door de vertegenwoordiger van

de beroepspraktijk beoordeeld op authenticiteit, d.w.z. de vertegenwoordiger van de

beroepspraktijk controleert of dit daadwerkelijk door de examenkandidaat geschreven is ten

behoeve van een situatie in de praktijk. De examenkandidaat schrijft een toelichting bij het

instructieplan waarin zij uitlegt op basis van welke overwegingen zij tot dit plan is gekomen.

Kies uit het overzicht in deze gebruikershandleiding een onderwerp waarover je instructie gaat

geven.

8

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

 voorlichting over ziekten of problemen waarmee de kraamvrouw en/of pasgeborene te maken kunnen krijgen, gezonde levensstijl, veiligheid,

hulpmiddelen, voeding, verzorging en uitscheiding.

 het instrueren van de kraamvrouw, (en eventueel de naaste) bij het uitvoeren van een handeling of te gebruiken hulpmiddel.

Kraamzorg

 voorlichting over (chronische) ziekten, somatische of psychogeriatrische

problemen, onderzoeken, behandelmethoden, therapieën, gezonde

levensstijl, handicaps, hulpmiddelen en financieringsvraagstukken, zoals

vergoedingen van bijvoorbeeld verpleegmaterialen.

 het instrueren van de zorgvrager (en eventueel mantelzorger/naaste en

vrijwilliger) bij het uitvoeren van een handeling of te gebruiken hulpmiddel.

Verpleeg- en

Verzorgingshuis en Thuiszorg

 voorlichting/ informatie over (psychiatrische) ziekten, achtergrond van de

problematiek, toekomstscenario’s, gebruik van psychofarmaca, preventie

en levenswijzen, onderzoeken, behandelmethoden, therapieën, gezonde

levensstijl, handicaps, hulpmiddelen en financieringsvraagstukken.

 het instrueren van de zorgvrager (en eventueel de naaste) bij het uitvoeren

van een handeling of te gebruiken hulpmiddel.

Geestelijke

gezondheidszorg

 voorlichting over ziekten, onderzoeken, behandelmethoden, therapieën,

gezonde levensstijl, met nadruk op het bevorderen van gezond gedrag

(bewegen en eten), handicaps, mogelijkheden mobiliteit, zelfverzorging,

seksualiteit en voortplanting, weerbaarheid, draagkracht, hulpmiddelen en

financieringsvraagstukken zoals budgetbeheer (huishouden), financiële

regelingen en vergoedingen voor de gehandicapte.

 Gerichte training en aanwijzingen voor het leggen en onderhouden van

contacten.

 het instrueren van de zorgvrager (en eventueel de naaste) bij het uitvoeren

van een handeling of te gebruiken hulpmiddel.

Gehandicaptenzorg

9

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Een groep bestaat uit twee of meer personen. Aan te bevelen voor dit examen is te kiezen voor

een groep van minimaal 3 personen.

10

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Examen 3 Begeleiden bij het sociaal functioneren

(2014-vz-ig3-e3)

Werkproces 1.5 Begeleidt een zorgvrager

Instructie

Voor deze opdracht kiest de examenkandidaat een zorgvrager met middencomplexe

zorgproblemen op het gebied van zelfredzaamheid op psychosociaal en/of maatschappelijk

gebied. Op basis van haar kennis schrijft de examenkandidaat een begeleidingsplan. In een

toelichting op het begeleidingsplan onderbouwt de examenkandidaat de keuzes, gemaakt in het

begeleidingsplan.

Werkproces 1.6 Begeleidt een groep zorgvragers

Instructie

Voor deze opdracht kiest de examenkandidaat een groep zorgvragers waarbij het groepsklimaat te

verbeteren valt of gestabiliseerd moet worden. Op basis van haar kennis schrijft de

examenkandidaat een plan om het groepsklimaat te beïnvloeden. In een toelichting op het plan

van aanpak onderbouwt de examenkandidaat de keuzes, gemaakt in het plan.

In de branche Thuiszorg (binnen de VVT) komt het begeleiden van groepen in een thuissituatie

(vrijwel) niet voor, wel in verpleeg- en verzorgingshuizen. Het kwalificatiedossier zegt hierover:

De verzorgende-IG in de VVT* begeleidt een groep cliënten bij het zo optimaal mogelijk

samenwonen in groepsverband, bijvoorbeeld bij gezamenlijke maaltijden en groepsactiviteiten.

* (het gaat hier alleen om de verzorgende-IG in de verpleeg- en verzorgingshuizen; niet voor de

verzorgende-IG in de thuiszorg).

Voor de examenkandidaat die uitsluitend in de thuiszorg opgeleid wordt, betekent dat dat dit

werkproces niet geëxamineerd hoeft te worden.

Werkproces 1.7 Ondersteunt bij wonen en huishouden

Instructie

Voor deze opdracht kiest de examenkandidaat een zorgvrager met middencomplexe

zorgproblemen die ondersteuning nodig heeft in het huishouden. Op basis van haar kennis schrijft

de examenkandidaat een plan van aanpak. In een toelichting op het plan van aanpak onderbouwt

de examenkandidaat de keuzes, gemaakt in het plan van aanpak.

Denk hierbij aan onderwerpen als:

Stichting Consortium Beroepsonderwijs  het geven van instructie bij schoonmaakwerkzaamheden  het opruimen en schoonhouden van de woning/ leefruimte en of groepsruimten  het beheer van het budget op huishoudelijk gebied  het verzorgen van textiel en maaltijden en de ambiance waarin wordt gegeten  het scheppen van sfeer en gezelligheid  het betrekken van de naaste/mantelzorger bij wonen en huishouden   stimuleren van de bewoner in een kleinschalige woonvorm bij het bereiden en gebruiken van de maaltijd

11

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

het verzorgen van een dier

het doen van de boodschappen

 financiële en administratieve werkzaamheden

12

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Examen 4 Omgaan met crisissituaties en onvoorziene situaties

(2014-vz-ig3-e4)

Werkproces 1.9 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties

Instructie

Bij deze opdracht handelt de examenkandidaat in een onvoorziene of crisissituatie. Dit handelen

kan niet van tevoren gepland worden. (Immers, dan is de situatie niet meer onvoorzien.) Dat wil

niet zeggen dat de examenkandidaat zich niet voorbereid kan hebben. Immers, voorbereid zijn op

situaties die mogelijk kunnen ontstaan, is belangrijk voor de kwaliteit van de zorgverlening.

Het examen gaat om handelen in een onvoorziene of crisissituatie. Spreek van tevoren duidelijk af

wat in de examensituatie als crisis of onvoorzien wordt beschouwd.

Het kan gaan over een somatische crisis bijvoorbeeld:

verslikking

     

verbranding

epileptisch insult

valincident

ziekte

etc.

Het kan ook gaan over een gedragscrisis bijvoorbeeld:

agressie

 reactie op mededeling, dat een verwant is overleden  paniekgedrag door drukte op de afdeling  angst  pijn  etc.

Omdat het gaat om een onvoorziene situatie, kan bij opdracht 1 niet altijd de examinator bij de

situatie aanwezig zijn. Hij mag zijn taak delegeren. Wel moet duidelijk zijn welke collega’s

aangewezen zijn als vervangend examinator.

Bij opdracht 2 moet wel de beoordelaar van het examen aanwezig zijn

Bij verzorgende-IG gaat het om een middencomplexe situatie. Zij moet hulp van collega’s kunnen

inroepen en in opdracht 2 kunnen verantwoorden hoe ze gehandeld heeft en waarom zo.

.

Na het handelen, bespreekt de examenkandidaat de situatie met de beoordelaars en verantwoordt

daarin de keuzes die ze gemaakt heeft. De beoordelaars vragen naar alternatieven, naar de relatie

met het zorgplan en de wettelijke richtlijnen. De examenkandidaat schrijft een verslag van dit

gesprek. De beoordelaars beoordelen of dit verslag een getrouwe weergave van het gesprek is.

13

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Examen 5 Werken binnen een branche (GGZ)

(2014-vz-ig3-e5ggz)

Examen 5 Werken binnen een branche (GHZ)

(2014-vz-ig3-e5ghz Examen 5 Werken binnen een branche (KZ)

(2014-vz-ig3-e5kz)

Examen 5 Werken binnen een branche (VVT)

(2014-vz-ig3-e5vvt)

Werkproces 1. 1 Stelt (mede) het zorgplan op

Instructie

Bij deze opdracht kiest de examenkandidaat een zorgvrager met middencomplexe zorgproblemen.

Het examen betreft het samenstellen van een nieuw individueel ondersteuningsplan of het

ingrijpend aanpassen van een bestaand plan, bijvoorbeeld als er sprake is van een dementerende

bewoner.

Zij maakt zelfstandig het zorgplan (ondersteuningsplan, kraamzorgplan) voor deze zorgvrager.

Daarnaast beschrijft zij deze zorgvrager in een casus. Daarnaast schrijft zij een

verantwoordingsverslag waarin zij de gemaakte keuzes onderbouwt. Het zorgplan dat zij inlevert,

wordt door de vertegenwoordiger van de beroepspraktijk beoordeeld op authenticiteit, d.w.z. de

vertegenwoordiger van de beroepspraktijk controleert of dit daadwerkelijk door de

examenkandidaat geschreven is ten behoeve van een situatie in de praktijk. Ook de casus wordt

door vertegenwoordiger van de beroepspraktijk beoordeeld op authenticiteit.

De verzorgende-ig doet dit samen met collega’s voor zorgvragers met middencomplexe

problematiek bijvoorbeeld:

- een zorgvrager (met een verstandelijke beperking) die onlangs in de leefgroep is komen wonen

of die gaat verhuizen naar een andere leefgroep

- een zorgvrager bij wie de zelfredzaamheid achteruit gaat ten gevolge van beginnende dementie.

Werkproces 2.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg

Instructie

In dit examen kiest de examenkandidaat, in overleg met collega’s, een onderwerp uit de zorg dat

te verbeteren valt.

De examenkandidaat schrijft een plan van aanpak en voert het uit. Vervolgens schrijft zij een

rapportage over dit verbetertraject.

Een groepsgewijze aanpak van deze opdracht is mogelijk, in overleg met school en indien nodig

de praktijk. Daarbij moet de werkverdeling tussen examenkandidaten duidelijk beschreven zijn en

moet ieders aandeel in de uitvoering zichtbaar blijven, zodat individuele beoordeling van de

examenkandidaat mogelijk blijft.

14

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Examen 6 Coördinerende werkzaamheden

(2014-vz-ig3-e6)

Instructie

Werkproces 1.10 Stemt de zorgverlening af

In dit examen laat de examenkandidaat zien dat zij de zorg voor een aantal zorgvragers met

middencomplexe zorgproblemen kan afstemmen met betrokkenen.

Werkproces 2.3 Geeft werkbegeleiding

In dit examen begeleidt de examenkandidaat een student van een lager niveau of van hetzelfde

niveau maar op een ander moment in de opleiding.

De examenkandidaat schrijft een begeleidingsplan. Dit begeleidingsplan moet voldoen aan de

richtlijnen van de instelling. Ze begeleidt de student volgens plan en houdt de voortgang van de

student bij, volgens de richtlijnen van de instelling.

15

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Examen 7 Deskundig en professioneel

(2014-vz-ig3-e7)

Werkproces 2.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van

het beroep

Instructie

De examenkandidaat kiest in overleg met de begeleider een onderwerp wat relevant is voor

anderen op de werkvloer en verdiept zich daarin. Ze bereidt een bijeenkomst voor om de

deskundigheid over dit onderwerp te vergroten.

Opdracht 2

Het examengesprek kan plaatsvinden op school of in de BPV. De examenkandidaat brengt het

verslag van de deskundigheidsbevordering van opdracht 1 van dit examen mee (of levert dit

vooraf in, afhankelijk van de organisatie van dit examen). De examenkandidaat wordt vooraf

geïnformeerd over de vorm en duur van het examengesprek.

16

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Nadere algemene informatie kunt u vinden in onderstaande documenten:

Visiedocument

     

Naslagwerk voor de examinator

Begeleidershandleiding

Kompas

Instructie voor examenkandidaten

Instructie voor examinatoren

17

Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Handleiding examens Verzorgende IG

serie 2014

Made with