CZW20120038

CZW20120038

O

Beroepsprestatie 1.3 Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten

Pedagogisch medewerker kinderopvang | Niveau 3

Beroepsprestatie

1.3

Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten (2012-pm-3-ko-bp1.3)

Opleiding: Niveau Fase

Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang 3 1

Artikelnummer CZW20120038

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg

Directie en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg

I. Rabelink M. Wouters

Ontwikkelteamleider A. Liem-Rosekrans

Ontwikkelaars van deze fase B. Akkermans M. Verkade

Redactie A. Brink M. Brok

Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige andere manier, zonder toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Beroepsprestatie 1.3 .........................................................4

Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5

Typering . ........................................................................5

De opdracht .....................................................................8

Het resultaat. ...................................................................9

Beoordelingslijst............................................................. 11

Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.

Beroepsprestatie 1.3

Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

1.2

E

Stelt een activiteitenprogramma op

Samenwerken en overleggen

Q

Plannen en organiseren

2.1

B

Biedt het kind/de jongere opvang

Aansturen

C

Begeleiden

D

Aandacht en begrip tonen

E

Samenwerken en overleggen

U

Omgaan met verandering en aanpassen

2.4

C

Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan

Begeleiden

L

Materialen en middelen inzetten

Q

Plannen en organiseren

Typering Het organiseren en uitvoeren van activiteiten voor kinderen is niet alleen een leuke bezigheid, maar bovenal een manier om de ontwikkeling te stimuleren. De pedagogisch medewerker is dagelijks bezig met het bedenken en uitvoeren van activiteiten. De pedagogisch medewerker gaat heel bewust sport-, spel- en speelmateriaal kiezen dat aansluit bij de ontwikkeling, interesses en het dagritme van de kinderen. Voor de uitvoering van activiteiten gaat zij een dagplanning maken, maar ook zal zij een week- of jaarplanning op moeten kunnen stellen. Bovendien dient het activiteitenprogramma aan te sluiten bij het (pedagogisch) beleidsplan van de organisatie en de mogelijkheden die de organisatie en de groep het kind kunnen bieden. Kortom een complexe taak die de nodige voorbereiding vereist. Aan de uitvoering van de activiteit besteedt de pedagogisch medewerker natuurlijk veel aandacht. Tijdens de activiteit gaat zij kinderen begeleiden en stimuleren. Tijdens het uitvoeren van een activiteit observeert de pedagogisch medewerker de kinderen. De pedagogisch medewerker kijkt of zij signalen ziet waaruit zij kan opmaken of een kind zich voldoende ontwikkelt of dat het achterstand en/of afwijkingen vertoont. Met name in peuterspeelzalen en voorscholen, maar ook steeds meer bij kinderdagverblijven, ligt de nadruk op het signaleren van (taal)achterstand bij jonge kinderen en op het uitvoeren van specifieke programma’s (VVE-programma’s). Het is de bedoeling om met deze programma’s de achterstand te voorkomen of weg te werken. Ouders kunnen hierbij ook betrokken worden.

5

ONDERSTEUNEN BIJ ONTWIKKELINGSGERICHTE ACTIVITEITEN

Dit betekent dat de pedagogisch medewerker de ouders actief benadert en enthousiast maakt om mee te helpen met het uitvoeren van de activiteit. Indien noodzakelijk stimuleert en activeert de pedagogisch medewerker de ouders om thuis (spel)activiteiten met hun kind(eren) te ondernemen.

Ruth en Alie, pedagogisch medewerkers van de buitenschoolse opvang ’t Geintje, zijn al jaren tevreden over de groepssfeer op de buitenschoolse opvang. Het loopt al lange tijd goed en de sfeer is fantastisch. De kinderen komen er graag en in de vakantie vinden ze het een feest om naar de opvang te gaan. Het vakantieprogramma stond er garant voor dat buitenschoolse opvang in de vakantie ook echt vakantie was. De laatste tijd echter horen ze de oudere kinderen steeds meer mopperen. Vonden ze het gezamenlijk eten en drinken na school vroeger gezellig, nu vinden ze er niets meer aan. Ruth en Alie zijn met de oudste kinderen rond de tafel gaan zitten om erachter te komen waar het probleem ligt. Het gesprek gaf veel duidelijkheid, de kinderen kunnen prima verwoorden wat zij op dit moment vinden van de buitenschoolse opvang en wat er moet veranderen om er weer met plezier naar toe te gaan. “Jullie behandelen ons alsof we nog kleuters zijn! Wij hoeven geen fruit dat door jullie wordt schoongemaakt en wij kunnen zelf wel bepalen wat we drinken en wanneer. Jullie betuttelen ons! Altijd dat gezeur of we onze jas wel dicht doen en of we wel uitkijken! Je lijkt mijn moeder wel! En die stomme plakwerkjes. Leuk hoor, ik schaam me dood om hier mijn vriendinnen van school mee naartoe te nemen! En in de vakantie kom ik echt niet meer. Een beetje indiaantje spelen in een indianentent… Weet je wel hoe oud ik ben?” Het komt hard aan, maar de boodschap is wel duidelijk.

6

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 1

Oriënteren en Plannen Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

GO / NO GO

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

gesloten context

geleid

uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau

open context

begeleid

complexe context

zelfstandig

7

ONDERSTEUNEN BIJ ONTWIKKELINGSGERICHTE ACTIVITEITEN

De opdracht

A. De totale opdracht Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk.

Je competenties op het gebied van begeleiden bij ontwikkelingsgerichte activiteiten, samenwerken en overleggen, plannen en organiseren en materialen en middelen inzetten worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.

Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.

B. Activiteitenprogramma opstellen en uitvoeren Stel een activiteitenprogramma op voor een groep kinderen. In het activiteitenprogramma zijn minimaal drie verschillende activiteiten opgenomen, zoals creatieve, expressieve en taalactiviteiten. Zorg dat je in het programma ontwikkelingsgerichte activiteiten opneemt waarmee je de volgende ontwikkelingsgebieden stimuleert: • motorische ontwikkeling • sociale en emotionele ontwikkeling • cognitieve ontwikkeling Onderzoek de behoeften en wensen van de kinderen en inventariseer de mogelijkheden voor activiteiten binnen jouw organisatie. Dit doe je onder andere aan de hand van observaties, gesprekken met de kinderen en collega’s en je maakt gebruik van de theorie over ontwikkelingspsychologie. De gegevens verwerk je in het activiteitenprogramma, waardoor dit uitvoerbaar is en goed aansluit bij de behoeften en wensen van de kinderen. Stem het activiteitenprogramma af met collega’s en pas de geplande activiteiten indien nodig aan. Vervolgens ga je het activiteitenprogramma uitvoeren, waarbij je de kinderen ondersteunt, begeleidt en stimuleert. Over de uitvoering van de activiteiten en het handelen van de kinderen tijdens de activiteiten, informeer je de ouders/vervangende opvoeders. Je mag jouw reeks activiteiten laten aansluiten bij een programma voor ontwikkelingsstimulering van jouw organisatie.

Evalueer tussentijds met collega’s in een werkoverleg hoe de activiteiten tot nu toe verlopen zijn en neem eventuele verbeterpunten mee naar de activiteiten die je nog gaat uitvoeren.

8

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - FASE 1

C. Evalueren van de begeleiding bij ontwikkelingsgerichte activiteiten Evalueer tijdens een werkoverleg binnen jouw organisatie en/of aan een groep studenten, de uitvoering van jouw begeleiding van kinderen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten. Tijdens de evaluatie onderbouw je de begeleiding door middel van de theorie. Maak bij de bespreking gebruik van foto- en video-opnames indien je daarvoor toestemming hebt gekregen van jouw organisatie. Vraag schriftelijke feedback van je begeleider(s) en/of medestudenten t.a.v. jouw evaluatie.

Deze opdracht kan tevens in aanmerking komen voor Nederlands: spreken.

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken B. Een activiteitenprogramma. WP 1.2: E, Q. WP 2.1: B, C, D, E, U. WP 2.4: C, L, Q. Een lijst met verbeterpunten. WP 2.4: Q. C. Schriftelijke feedback van de evaluatie. WP 1.2: E, Q. WP 2.1: E, U. WP 2.4: Q.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

9

ONDERSTEUNEN BIJ ONTWIKKELINGSGERICHTE ACTIVITEITEN

Beoordelingslijst

beroepsprestatie 1.3 Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten (2012-pm-3-ko-bp1.3)

Naam student:

Opleiding: Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang

Fase:

Cohort:

Datum:

Je past de werkprocessen en de verworven competenties uit de vorige beroepsprestaties of proeve toe binnen deze beroepscontext.

voldoende goed

Prestatie-indicatoren

onvoldoende

Competenties

Ontwikkelingsgericht

- componenten

Werkproces 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op

p Dit betekent dat:

E Samenwerken en overleggen

• je de mening en ideeën van kinderen vraagt • je kinderen stimuleert om input te leveren voor het activiteitenprogramma zodat: • je een programma opstelt dat tegemoet komt aan de wensen en behoeften van de kinderen. p Dit betekent dat: • je zorgt dat activiteiten goed op elkaar afgestemd zijn • je de activiteiten ruim van tevoren plant en regelt • je rekening houdt met de mogelijkheden zodat: • je een uitvoerbaar activiteitenprogramma hebt dat aansluit bij de wensen en behoeften van de kinderen.

– anderen raadplegen en betrekken

Q Plannen en organiseren

– activiteiten plannen

Werkproces 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang

p Dit betekent dat: • je overwicht toont bij het handhaven van afspraken en regels

B Aansturen

zodat: • je duidelijkheid biedt aan het kind en de groep over welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden mogen worden.

– uitoefenen van gezag

11

ONDERSTEUNEN BIJ ONTWIKKELINGSGERICHTE ACTIVITEITEN

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Ontwikkelingsgericht

onvoldoende

- componenten

p Dit betekent dat: • je het kind heldere, eerlijke en constructieve feedback geeft • je het kind stimuleert om alternatieven uit te proberen

C Begeleiden

–– coachen

zodat: • je het functioneren van het kind versterkt.

p Dit betekent dat: • je betrokkenheid toont bij het kind en de ouders/ vervangende opvoeders • je actief luistert • je herkent wanneer het kind het moeilijk heeft

D Aandacht en begrip tonen

–– interesse tonen –– luisteren –– anderen steunen

zodat: • je de nodige ondersteuning kan bieden.

p Dit betekent dat: • je de ouders/vervangende opvoeders informeert over de gang van zaken in de opvang en over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind • je kennis, ervaring en inzichten met betrekking tot de opvoeding van het kind deelt met de ouders/vervangende opvoeders zodat: • je zorgt dat de ouders/vervangende opvoeders steeds op de hoogte zijn van de gang van zaken in de opvang en van de ontwikkeling van hun kind • je zorgt dat de ouders/vervangende opvoeders bij opvoedingsvraagstukken kunnen profiteren van de kennis en ervaring die je met hen deelt. p Dit betekent dat: • je respect toont voor verschillende achtergronden van kinderen (en ouders/vervangende opvoeders) • je in staat bent om vragen of problemen vanuit diverse gezichtspunten te bekijken

E Samenwerken en overleggen

–– proactief informeren

U Omgaan met

verandering en aanpassen

–– met diversiteit (tussen mensen) omgaan

zodat: • je de eigenheid van het kind (en ouders/vervangende opvoeders) respecteert.

Werkproces 2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan

p Dit betekent dat: • je het kind motiveert om zijn best te doen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken

C Begeleiden

–– motiveren

zodat: • je het kind in zijn ontwikkeling stimuleert.

12

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 1

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Ontwikkelingsgericht

- componenten

r

L Materialen en

Dit betekent dat: • je sport-, spel- en speelmaterialen kiest die aansluiten bij de behoeften en ontwikkeling van het kind • je sport-, spel- en speelmaterialen - eventueel in overleg met betrokkenen - effectief en vindingrijk gebruikt

middelen inzetten

–– materialen en middelen doeltreffend gebruiken –– geschikte materialen en middelen kiezen

zodat: • je de ontwikkeling van het kind stimuleert.

p Dit betekent dat: • je ruim van tevoren activiteiten regelt en de benodigde tijd inschat • je rekening houdt met onvoorziene omstandigheden • je de voortgang in de gaten houdt zodat: • je het activiteitenprogramma zoveel mogelijk volgens plan uitvoert.

Q Plannen en organiseren

–– activiteiten plannen –– tijd indelen –– voortgang bewaken

Bewijsstukken Ontwikkelingsgericht

A.

De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

1.2 2.1 2.4

E - Q B - C - D - E - U C - L - Q

B. Een activiteitenprogramma.

2.4

Q

Een lijst met verbeterpunten.

1.2 2.1 2.4

E - Q E - U Q

C. Schriftelijke feedback van de evaluatie.

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.  ja  nee

13

ONDERSTEUNEN BIJ ONTWIKKELINGSGERICHTE ACTIVITEITEN

Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren

Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.

De beoordelaars van de beroepsprestatie 1.3 Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten (2012-pm-3-ko-bp1.3) zijn:

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam student

Handtekening

14

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 1

15

ONDERSTEUNEN BIJ ONTWIKKELINGSGERICHTE ACTIVITEITEN

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Zorghulp Niveau 1

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verzorgende Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verpleegkundige Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4

Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Kompas Competentiewijzer

Pedagogisch medewerker kinderopvang Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 1.1 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL 1.2 Onderhouden van spel- en speelmateriaal en ruimte 1.3 Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten 1.4 Werken volgens methodische stappen 1.5 Ondersteunen en begeleiden bij persoonlijke verzorging en ADL Fase 2 2.1 Deskundigheid op peil houden 2.2 Methodisch werken 2.3 Begeleiden bij ontwikkelingsgerichte activit iten 2.4 Zorgen voor een hygiënische, veilige en uitdagende leefomgeving Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Fase 3 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer

Overzicht beroepsprestaties Zorg en Welzijn - 2012 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker KO - Niveau 4

Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Onderwijsassistent Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 2.1 Samenwerken met ouders 2.2 Werken als een professional 2.3 Omgaan met verschillen tussen kinderen Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Sociaal cultureel werker Niveau 4

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Een uitgave van:

Artikelnummer: CZW20120038

Made with