208
|
F-pupillen De bekerwedstrijd
De vleugelverdedigers (2 en 4)
1 laten zich door tegenstanders niet uitspelen, voorkomen doelpunten;
2 dekken de aanvallers van de tegenpartij;
3 helpen teammaatjes door hen rugdekking te geven;
4 pakken de bal af;
5 kiezen positie door uit elkaar te staan, het veld ‘groot’ te maken;
6 dribbelen of drijven de bal naar voren als er ruimte is;
7 spelen de voorste spelers aan;
8 doen mee met de aanval.