Previous Page  203 / 218 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 203 / 218 Next Page
Page Background

Nederlandse samenvatting

201

Nederlandse samenvatting

Om goed te kunnen functioneren is het belangrijk dat we ons gedrag snel en gecontroleerd

kunnen aanpassen aan de omgeving. Er zijn dagelijks veel situaties waarin we snel verschil-

lende bezigheden moeten afwisselen. Bijvoorbeeld als je een artikel schrijft en tussendoor

besprekingen hebt. Om efficiënt en snel te kunnen wisselen tussen taken is een goede coör-

dinatie van verschillende functies (gedragscontrole) nodig; je moet je aandacht richten op

wat je aan het doen bent, maar vlug kunnen schakelen wanneer dat nodig is. Deze vorm van

gedragscontrole wordt in het Engels ‘task switching’ genoemd. Hier zal ik het multi-tasken

noemen.

Als je een stuk moet schrijven en een aantal besprekingen hebt zul je waarschijnlijk vrij pro-

ductief zijn als je één dagdeel aan schrijven besteedt en een ander dagdeel aan vergaderen.

Het wordt lastiger als je om het uur een korte vergadering hebt en vaak moet afwisselen tus-

sen schrijven en vergaderen. Als je kans op een promotie toeneemt als je op beide taken goed

werk levert, wordt het waarschijnlijk makkelijker om tussen verschillende werkzaamheden af

te wisselen. Met andere woorden, multi-tasken gaat beter als je gemotiveerder bent. Informa-

tie over potentiële beloningen moet ons vermogen om te kunnen multi-tasken dus beïnvloe-

den. Alleen dan weten we wanneer het de moeite waard is om extra goed tussen verschillende

werkzaamheden te schakelen. Problemen met gedragscontrole kunnen daarom veroorzaakt

worden door problemen in motivatie. Dit kan betekenen dat hersengebieden die belangrijk

zijn voor gedragscontrole (bijvoorbeeld multi-tasken) niet goed van de beloningsgebieden te

horen krijgen of het de moeite waard is om gedragscontrole uit te oefenen.

Psychiatrische stoornissen gaan vaak gepaard met problemen in gedragscontrole en het ver-

werken van beloningen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij mensen met schizofrenie, verslaving-

sproblemen en aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis (ADHD). Het is daarom belangrijk

goed te weten welke hersenprocessen ervoor zorgen dat multi-tasken beter gaat als je ge-

motiveerder bent.

In mijn promotieonderzoek heb ik de hersenprocessen onderzocht die

ervoor zorgen dat multi-tasken beter gaat als je gemotiveerd bent.

De wisselwerking tussen motivatie en multi-tasken in het brein

Dit proefschrift begint met een overzicht van wat er al bekend was over de rol van het stria-

tum en de hersenstof dopamine bij motivatie, multi-tasken en de wisselwerking tussen deze

processen (motivatie heeft invloed op multi-tasken). In

hoofdstuk 1

bespreek ik hoe het sa-

menspel van verschillende hersengebieden het mogelijk maakt dat beloningsinformatie de

hersengebieden voor multi-tasken kan bereiken.

Figuur 1

laat de hersengebieden zien die in

mijn proefschrift de hoofdrol spelen.

Voor ik aan mijn promotieonderzoek begon was al aangetoond dat dopamine en het stria-

tum betrokken zijn bij de wisselwerking tussen beloning en multi-tasken. Hiervoor werd een

computertaak gebruikt waarbij deelnemers geld konden verdienen als ze goed konden multi-