Previous Page  205 / 218 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 205 / 218 Next Page
Page Background

Nederlandse samenvatting

203

Figuur 1

De verbindingen tussen het striatum en de prefrontale cortex

Het striatum is grofweg in te delen in drie deelgebieden: de onder/voorkant (rood/oranje), het midden

(groen) en de buitenkant (blauw). Het onderste en voorste deel (rood/oranje) spelen een belangrijke

rol bij beloning (in het vervolg het “beloningsstriatum” genoemd). Het middelste deel, de nucleus

caudatus (groen), is belangrijk voor gedragscontrole zoals multi-tasken. Het putamen (blauw), helpt

bij de regulatie van bewegingen, of motoriek. Bij al deze processen speelt dopamine signalen uit de

middenhersenen een belangrijke rol. De cortex, het buitenste deel van de hersenen, speelt ook een

belangrijke rol bij motivatie, gedragscontrole en motoriek. Er zijn gebieden in het voorste deel van de

cortex, de voorhoofdskwab, die betrokken zijn bij beloning (rood/oranje), gedragscontrole (groen) en

motoriek (blauw). De beloningsgebieden in de voorhoofdskwab en het striatum werken nauw samen

en zijn sterk met elkaar verbonden (rode en oranje pijl tussen deze gebieden). Hetzelfde geldt voor

de gedragscontrole gebieden (groene pijl) en de motoriek gebieden (blauwe pijl). Maar beloning zou

nooit invloed op ons gedrag kunnen hebben wanneer informatie over beloningen beperkt zou blijven

tot de rood/oranje gebieden. Er zijn verbindingen in het brein die ervoor zorgen dat informatie over

beloningen uit de rood/oranje gebieden in de groene gedragscontrole en blauwe motoriek gebieden

terecht komt. I) door middel van directe verbindingen tussen de delen van de cortex, II) door directe

verbindingen tussen de delen van het striatum, III) via de middenhersenen. Dopamine en het striatum

spelen een belangrijke rol bij de integratie van beloningsinformatie en multi-task informatie. Scenario

II en III zijn daarom het meest waarschijnlijk. Bij veel psychiatrische stoornissen is sprake van een

verstoring in dopamine signalen en van een verstoring in de overdracht van signalen tussen de cortex

en het striatum.

tasken (het multi-task spel). Dit onderzoek toonde echter geen oorzakelijk verband aan tus-

sen dopamine en prestaties op het multi-task spel. In het brein zijn bovendien 5 soorten

dopamine receptoren (type 1 tot 5) aanwezig. Een receptor is als een antenne die signalen

oppikt en aan de zenuwcel doorgeeft. Medicatie werkt vaak op meerdere soorten receptoren.

Het is daarom belangrijk om te weten welke dopamine receptoren een rol spelen bij multi-

tasken.

Dopamine D2 receptoren in het striatum zijn betrokken bij multi-tasken

In het werk in

hoofdstuk 3

heb ik onderzocht of dopamine D2 receptoren in het striatum

een rol spelen tijdens multi-tasken. Om dopamine D2 receptoren te stimuleren werd het

medicijn bromocriptine gebruikt. Bovendien keek ik of er een oorzakelijk verband tussen

dopamine en prestaties op het multi-task spel was.

In eerste instantie liet ik de beloning die verdiend kon worden buiten beschouwing en keek

ik puur naar het vermogen om te multi-tasken. Ik zag dat deelnemers beter konden multi-

tasken nadat ze bromocriptine hadden ingenomen. Eén probleem was echter dat dopamine

D1 receptoren ook op bromocriptine kunnen reageren. Om te bevestigen dat het verbeterde

multi-tasken

echt

door dopamine D2 receptoren kwam, werd een truc toegepast die in di-

eronderzoek veel gebruikt wordt. Vlak voor de inname van bromocriptine werd een ander

medicijn ingenomen dat dopamine D2 receptoren blokkeert. Als bromocriptine een positief

effect op multi-tasken had door de stimulatie van D2 receptoren, dan zou bromocriptine nu

geen effect op multi-tasken meer moeten hebben. Dit was precies wat ik vond: wanneer do-

pamine D2 receptoren geblokkeerd waren, zag ik geen verbetering van bromocriptine meer.