StAP 2
PlannIng en VoorbereIdIng
23
Vervaardigen 2
Bespreek tenslotte je plan van aanpak en planning met je
begeleiders van bedrijf en school.
Controleer in dit gesprek de volgende zaken:
• Zijn de juiste activiteiten gepland?
• Is de planning in tijd correct?
• Zijn de juiste prioriteiten gesteld?
• Zijn de juiste materialen en middelen ingezet?
• Welke werkprocessen en competenties ontwikkel je in deze taak?
• In welke complexiteit wordt de taak uitgevoerd?
Verwerk eventuele opmerkingen in het plan van aanpak en stel je
planning bij.
Laat je plan van aanpak en planning ondertekenen voor akkoord
door je begeleider van school, je praktijkopleider en jezelf.
2.
werkvoorbereiding
Om je werk in de uitvoering goed te kunnen beginnen moet je een
werkvoorbereiding gemaakt hebben.
Beschrijf voor elk product:
• Het op te leveren resultaat. Maak daarbij duidelijk voor welke
techniek je kiest en waarom.
• De werkvolgorde: met wie je werkt en wie wat doet.
Geef aan van welke tekeningen, procedures, materialen
en gereedschappen je gebruik gaat maken. Houd vanaf de
voorbereiding de urenverantwoording bij tot en met de controle.
Hiermee kun je controleren of je gewerkt hebt volgens planning.
Evalueren en beoordelen
Je begeleider van school controleert of alle punten van
de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of
jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin
is aangetoond.
Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO.
Hiermee is je voorbereiding voor het leren, de planning
en je werkvoorbereiding voor de uitvoering afgerond.
Dit plan van aanpak met de planning en de
werkvoorbereiding heb je nodig voor de volgende stap.