StAP 2
PlannIng en VoorbereIdIng
25
Vervaardigen 2
bEgElEIdErSINFOrMAtIE
6. Mechanische, hydraulische en pneumatische
kantpersaandrijvingen onderscheiden en
beschrijven.
7. de kracht-wegverhouding bij mechanisch en
hydraulisch gedreven kantpersen beschrijven.
rolbuigen
1. de ontwikkelde (uitgeslagen) lengte van
cilindervormige, uit profielstaal vervaardigde
producten berekenen.
2. de uitgeslagen lengte berekenen van complexe
(plaat)producten.
3. Het volume en de oppervlakte berekenen van
complexe plaatproducten.
4. de buigradius berekenen m.b.v. koorde en
pijl van het cirkelsegment bij bijv. gebogen
profielen.
5. de bombering bij walsrollen tekenen en
uiteenzetten.
6. de verschillende principes van rolbuigen met
behulp van de volgende rondbuigmachines
omschrijven:
– twee-rollenprincipe, waarvan een rol
indrukbaar
– drie-rollenprincipe, symmetrisch en
asymmetrisch opgesteld
– vier-rollenprincipe
7. Systemen voor het rolbuigen van conische
vormen beschrijven.
8. Het principe van rolbuigen van profielmateriaal
met rolbuigmachine of hoepelbuiger
omschrijven.
aan de bewerkingsmachines elementair onderhoud
verrichten
PraktIjk
Machineonderhoud (algemeen)
1. Onderhoudswerkzaamheden (zijnde
niet reparaties) uitvoeren aan machines
die geëigend zijn voor de plaat- en
constructiewerkplaats.
2. Smeerschema’s van onderhoudsvoorschriften
lezen.
lekzoekmethoden
3. diverse lekzoekmethodes uitvoeren
met inachtneming van de juiste wijze
van werken en met inachtneming
van de veiligheidsmaatregelen en
controlevoorschriften.
reinigen van onderdelen
4. de volgende reinigingstechnieken toepassen
met inachtneming van de daarvoor geldende
voorzorgsmaatregelen en gebruiksvoorschriften:
staalborstelen, slijpen, schuren, polijsten,
beitsen en ontvetten.
theorIe
Machineonderhoud (algemeen)
1. de functies van smering omschrijven.
2. de volgende smeertoestanden omschrijven:
droge smering, grenssmering en volkomen
smering.
3. de meest voorkomende smeermiddelen, oliën en
vetten benoemen zoals die gebruikt worden bij
machines in de plaat- en constructiewerkplaats.
4. Het toepassingsgebied van de smeermiddelen
(oliën en vetten) noemen.