30
Constructiewerker
ACTIVITEITEN
In de voorafgaande stappen zijn de werkvoorbereidingen gedaan
en vastgelegd in het plan van aanpak en de werkvoorbereiding.
Nu ga je aan de slag met om de producten te maken.
1.
fotoverslag van het productieproces
Maak aan de hand van je werkzaamheden een fotoverslag.
Je fotoverslag moet voldoen aan:
• Werkproces 1.2 Machines en gereedschappen in- en afstellen
– Maak foto’s en schrijf daarbij waarom je bij het in- en afstellen
juist voor die materialen en middelen hebt gekozen.
– Schrijf erbij wanneer en op welke wijze je bedrijfsregels en
procedures hebt opgevolgd.
– Schrijf wat goed ging, wat niet lukte en waardoor dat kwam.
Benoem de competenties die je daarvoor hebt ingezet.
• Werkproces 1.3 Bewerken en vervormen van materiaal
– Maak foto’s en schrijf daarbij hoe je gewerkt hebt met behulp
van tekeningen, bewerkingsinstructies en Arbo-voorschriften
(voeg eventueel kopieën van gebruikte documenten toe).
– Schrijf op welke wijze je het werk veilig hebt uitgevoerd.
– Schrijf op wat goed ging, wat niet lukte en waardoor dat
kwam. Benoem de competenties die je daarvoor hebt ingezet.
2.
Producten van de projecttaak
Laat de producten die je gemaakt hebt in werkproces 1.3 door je
begeleider controleren en beoordelen. Hij doet dat door te kijken
of het materiaal op de juiste wijze is bewerkt en vervormd volgens
specificaties.
3.
Instructie schrijven
Schrijf een instructie voor het samenbouwen van deelproducten
voor een minder ervaren collega.
De instructie moet stapsgewijs en in een goede volgorde
opgebouwd en volledig zijn. Je collega moet de instructie kunnen
begrijpen en ermee kunnen werken.