CZW20120041 - page 12

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 1, 2 EN 3
10
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
Werkproces 3.8 Evalueert de werkzaamheden
D Aandacht en begrip
tonen
–– luisteren
–– interesse tonen
P
Dit betekent dat:
• je het kind en andere betrokkenen vraagt naar hun
ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden opvang en
begeleiding
• je aandachtig luistert
zodat:
• je deze informatie meeneemt/inbrengt bij de evaluatie.
J Formuleren en
rapporteren
–– nauwkeurig en volledig
rapporteren
–– vlot en bondig formuleren
P
Dit betekent dat:
• je alle benodigde gegevens zorgvuldig verwerkt en registreert
• je hoofd- en bijzaken scheidt
zodat:
• je rapportages en evaluaties kernachtig, volledig en
inzichtelijk zijn.
Fragment uit een beoordelingslijst van het verantwoordingsverslag 1
Ieder verantwoordingsverslag staat in verband met de bijbehorende beoordelingslijst. Op
deze manier lees je altijd wat de bedoeling is, waarover je het verslag moet schrijven en
waar je op beoordeeld wordt.
c.
Assessmentgesprek
Nadat je meerdere kwalificerende beroepsprestaties of proeve(n) hebt uitgevoerd
en het verantwoordingsverslag hebt geschreven, volgt het assessmentgesprek. In
het assessmentgesprek zijn een of meerdere werkprocessen en competenties met
beoordelingscriteria opgenomen waarover je wordt bevraagd door beoordelaar(s) of
assessor(en). Aan de hand van jouw inbreng toon je aan dat je inzicht hebt gekregen in
je handelen en de achtergrond van je keuzes die je hierbij hebt gemaakt. Een hulpmiddel
bij het voeren van het assessmentgesprek is de STARRT-methode (zie hoofdstuk 6.1).
voldoende
goed
onvoldoende
1...,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11 13,14,15,16,17,18,19,20,21,22,...64
Powered by FlippingBook