CZW20120041 - page 13

KOMPAS
11
Vragen die je jezelf in de voorbereiding op dit gesprek kunt stellen zijn:
• Hoe kijk ik tegen mijn eigen handelen (willen en zijn) in praktijksituaties aan?
• Vanuit welke visie, waarden en motieven heb ik gehandeld?
• Wat zijn mijn sterke en minder sterke kwaliteiten?
• Wat heeft mij wel en wat niet gestimuleerd om het beste van mijzelf in
praktijksituaties te laten zien?
• Stemt mijn handelen overeen met het beeld dat ik van mezelf heb en mijn rol
binnen het beroep?
• Hoe waardeer ik mijn handelen in praktijksituaties?
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
Werkproces 1.3 Maakt en plan van aanpak
E Samenwerken en
overleggen
–– afstemmen
P
Dit betekent dat:
• je de inhoud van het plan van aanpak en de consequenties
ervan met het kind en ouders/vervangende opvoeders
bespreekt
zodat:
• je de ouders laat weten wat zij kunnen verwachten als je het
plan van aanpak uitvoert.
Werkproces 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging
C Begeleiden
–– adviseren
P
Dit betekent dat:
• je het kind adviseert over de persoonlijke verzorging
zodat:
• je het kind inzicht geeft in de persoonlijke verzorging en dit
(zoveel mogelijk) zelfstandig kunt uitvoeren.
F Ethisch en integer
handelen
–– integer handelen
P
Dit betekent dat:
• je discreet omgaat met lichaamscontact tijdens de
persoonlijke verzorging en vertrouwelijkheid respecteert
zodat:
• je zorgt dat het kind zich op zijn gemak voelt.
Fragment uit een beoordelingslijst van het assessmentgesprek 1
voldoende
goed
onvoldoende
1...,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12 14,15,16,17,18,19,20,21,22,23,...64
Powered by FlippingBook