153
SAMENVATTING
Cochleaire implantaten, die horenmogelijkmaken voor doven, hebben zich in de laatste decennia geëvolueerd
van single-channel implantaten tot multichannel implantaten die voor velen spraakverstaan mogelijk
hebben gemaakt. Cochleaire implantatie heeft de communicatie met de horende wereld vergemakkelijkt
en heeft taalverwerving sterk verbeterd voor dove kinderen. Er bestaat echter nog aanzienlijke variatie in
performance tussen personen en spraakverstaan in achtergrond lawaai blijft problematisch voor velen, zo
niet voor alle cochleair implantaat ontvangers.
Cochleaire implantaten bestaan uit externe en interne onderdelen. Het externe gedeelte bevat een microfoon
om het geluidsignaal op te pikken. Het geluidsignaal wordt dan verwerkt in de geluidsprocessor. Kortweg
gezegd codeert de spraakprocessor het auditieve signaal in verschillende frequentie banden. Vervolgens
wordt het gecodeerde signaal door de huid naar de ontvanger van het interne gedeelte gestuurd door een
zendspoel. Het ontvangen signaal wordt dan doorgegeven naar de elektrode array, die zich in de scala
tympani van de cochlea bevindt. Het signaal, dat een van de verschillende elektrode contacten verlaat,
stimuleert de auditieve zenuwvezels, die aanwezig zijn in dat gedeelte van de cochlea. Cochleaire implantaten
vormen een interface tussen een audio signaal en de zenuwvezels van het dove oor. Dit proefschrift focust
op het optimaliseren van de manier waarop het binnenkomende spraaksignaal wordt overgedragen op de
exciteerbare neurale elementen in de cochlea.
Hoofdstuk 1
geeft een algemene inleiding op de materie die besproken wordt in dit proefschrift. Het geeft
een historisch overzicht van de ontwikkelingsstappen van cochleaire implantaten en biedt een overzicht van
het huidige proefschrift.
Hoofdstuk 2
beschrijft een studie die analyseert wat het potentiële voordeel is voor cochleaire implantaat
ontvangers om door preprocessen van het binnenkomende signaal de signaal-ruisverhouding te verbeteren.
Van 13 cochleaire implantaat patiënten is spraakverstaan met directionele microfoons vergeleken met
spraakverstaan met een omnidirectionele mircofoon. Om levensechte situatie na te bootsen, werd spraak
in ruis gepresenteerd in een speciaal ontworpen omgeving met een diffuus ruis veld. Met de hulp van
directionele microfoons bleek spraak herkennen in achtergrond lawaai substantieel te verbeteren, en spraak
herkenning in stilte werd niet negatief beïnvloed. Bij een signaal-ruisverhouding (signal-to-noise ratio, SNR)
van 0 dB verbeterde de gemiddelde CVC scores van 45% voor de headpiece microfoon naar respectievelijk
67% en 62% voor de TX3 Handymic en de Linkit directionele microfoons. De spraakverstaan drempel
(speech reception threshold, SRT) verbeterde met 8.2 dB SNR met de TX3 Handymic en met 5.9 dB voor
de Linkit vergeleken met de headpiece. Geconcludeerd wordt dat deze ondersteunende microfoons in een
rumoerige omgeving mogelijk maken dat gebruikers met meer gemak spraak kunnen verstaan.
Hoofdstuk 3
bestudeert verschillende klinische aspecten van het gebruikt van perimodiolaire elektrodes.
Het vergelijkt de gegevens van 25 patiënten, die geïmplanteerd werden met een Clarion HiFocus 1 met