90
KWALIFICEREND DOSSIER
R
= resultaat
De beoordelaar vraagt naar concrete resultaten van jouw
activiteiten.
• Voldoen de resultaten aan de gestelde normen?
• Waaruit blijkt (gerelateerd aan de prestatie-indicatoren) dat
je tijdens je handelen bovengenoemde competentie(s) hebt
getoond?
R
= reflectie
De beoordelaar vraagt hoe je op de ingebrachte situatie terugkijkt.
• Wat vind je sterk van jezelf als je terugkijkt naar de beschreven
situaties?
• Waar ben je nog ontevreden over en zou je volgende keer anders
doen?
• Wat vonden anderen van de resultaten?
T
= toepassing
• De beoordelaar vraagt hoe je de getoonde competenties in
andere situaties
zal toepassen.