CZW20120068 - page 13

KOMPAS
11
c.
Assessmentgesprek
Nadat jemeerdere kwalificerende beroepsprestaties of proeve(n) hebt uitgevoerd en
het verantwoordingsverslag hebt geschreven, volgt het assessmentgesprek. In het
gesprek zijn een of meerdere werkprocessen en competenties met beoordelingscriteria
opgenomen. Je wordt hierover bevraagd door beoordelaar(s) of assessor(en). Met jouw
inbreng toon je aan dat je inzicht hebt gekregen in je handelen en waarom je bepaalde
keuzes hebt gemaakt. Een hulpmiddel bij het voeren van het assessmentgesprek is de
STARRT-methode (zie hoofdstuk 6.1).
Vragen die je jezelf in de voorbereiding op dit gesprek kunt stellen zijn:
• Hoe kijk ik tegenmijn eigen handelen (willen en zijn) in praktijksituaties aan?
• Vanuit welke visie, waarden enmotieven heb ik gehandeld?
• Wat zijnmijn sterke enminder sterke kwaliteiten?
• Wat heeft mij wel en wat niet gestimuleerd om het beste vanmijzelf in
praktijksituaties te laten zien?
• Stemt mijn handelen overeenmet het beeld dat ik vanmezelf heb enmijn rol
binnen het beroep?
• Hoe waardeer ik mijn handelen in praktijksituaties?
Competenties
- componenten
Kwalificerend
Prestatie-indicatoren
Werkproces 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie
R Op de behoeften en
verwachtingen van de
klant richten
–– bezorgdheid tonen voor
anderen luisteren
–– behoeften en
verwachtingen achterhalen
R
Dit betekent dat:
• je de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager
achterhaalt
• je de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager
meeneemt in jouw zorgverlening
• je keuzes die je gemaakt hebt, uitlegt
zodat:
• je kunt vertellen hoe je door aan te sluiten bij de behoeften
en verwachtingen van de zorgvrager op verantwoordemanier
zorg kunt verlenen.
Fragment uit een beoordelingslijst van het assessmentgesprek 1
voldoende
goed
onvoldoende
1...,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12 14,15,16,17,18,19,20,21,22,23,...60
Powered by FlippingBook